donderdag 23 mei 2013

Aflevering 2: Aantekeningen bij de Heilige Koran-


Dit is de tweede aflevering van een serie bijdragen waarin ik mijn visie geef op wat ik in de Nederlandse vertaling van de Heilige Koran lees. Ik lees als niet-moslim, met een open oog en onbevooroordeeld.

http://www.koranonline.nl/koran/nl/index.php?subaction=showfull&id=1099093674&archive=&start_from=&ucat=2&go=NL

Vervolg Hoofdstuk 2 "De Koe"

116
Ontkenning van het geloof, dat Allah en zoon verwekt zou hebben.

117-142
Uitgebreid betoog, dat de Joden en Christenen verstokt zijn, en niet willen luisteren. Abraham was de eerste moslim, de Joden zijn verstokten die steeds Allah (Jahweh) ongehoorzaam waren, zij hadden vanaf Abraham zich gehoorzamen aan Allah moeten noemen en zich zo gedragen, (dan hadden ze vanaf Abraham moslim kunnen zijn - denk ik dan). Instelling van de juiste richting waarheen gebeden moet worden (richting Mekka), om de gelovige te onderscheiden van de ongelovige, die deze richting niet in acht neemt.

Alles is erop gericht om te betogen dat Allah de enige ware God is, en dat dit Boek Zijn aanwijzingen bevat. Bidt men niet richting Mekka, dan is men een ongelovige. Opvallend is dat het vermogen en de bevoegdheid om onderscheid te maken tussen de rechtgeaarde gelovige en de ongelovige, uitsluitend voorbehouden is aan Allah, terwijl wel allerlei slechte of onjuiste opvattingen van ongelovigen aan de kaak worden gesteld, welke duidelijk zichtbaar zijn voor mensen. Het kan dus haast niet anders, of die gelovigen komen in de verleiding op de rechtersstoel van Allah te gaan zitten.

145-176
Hier is sprake van de Qibla, de richting waarheem men bidt. Ik denk dat deze richting symbool staat voor iemands leefwijze. Als men de juiste qibla in acht neemt, word je onderscheiden van degenen die "de Gezant de rug toekeren", de ongelovigen dus.

Veel meer dan bij de Boeken van het Joden- en Christendom is, zo merk ik, in de Koran voortdurend sprake van een onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen, waaronder Joden en Christenen.  Dit komt men in het Oude en Nieuwe Testament ook wel tegen, en ook in iets versterkte mate bij Paulus, waar deze waarschuwt tegen degenen die slechts schijnbaar, maar niet werkelijk de ware leer verkondigen. Steeds wordt gewaarschuwd, dat Allah hen streng zal straffen, wanneer zij de Boodschap wel hebben ontvangen, doch afwijzen.

Verder lijken veel verzen hier op de psalmen in het Oude Testament, zij het dat deze laatste wat meer uitgewerkt zijn. Ze leggen de nadruk op de goedheid, rechtvaardigheid en hulp van de Heer, als men in nood of gevaar verkeert. Ook zijn er enkele verzen die beschrijven wat goede werken zijn, deze komen ongeveer overeen met de Christelijke en Joodse deugden, behalve de meer concrete zoals het maken van de pelgrimstocht naar Mekka. Tegelijk echter waarschuwen de Koranverzen meer dan de psalmen voor degenen die Allah niet willen volgen, zij zullen kennismaken met de strenge, niets ontziende straffen van Allah. Blijkbaar had Mohammed geleerd van de ongehoorzaamheid der Joden, en wilde hij voorkomen dat Allah's volgelingen even ongehoorzaam zouden zijn.

177- 188
Hier zien we de basis van het Arabische recht, namelijk vergelding. Wie schade doet aan een ander, moet dezelfde soort schade terug ondervinden, maar kwijtschelding door de benadeelde is in Allah's ogen een deugd (geen plicht, zoals bij de Christenen). Verder voorschriften omtrent het maken van een testament (verplicht voor elke gelovige) en vasten. Tijdens de vasten is seksueel verkeer geoorloofd.

189- 194
Voorschriften over gewapende strijd. Deze zijn niet erg duidelijk, want enerzijds mag gedood worden tot de ander ophoudt (met het vervolgen van gelovigen), maar anderzijds is niet duidelijk wanneer dat is. "Tot de godsdienst alleen voor Allah wordt" zegt het vers, maar dan nog mag verder gestreden worden tegen onrechtvaardigen (die dan wel Allah volgen maar niet helemaal?). Ook valt op dat Allah zijn volgelingen aanspoort om te vergelden als je onrechtvaardig wordt behandeld, in tegenstelling tot Jezus Christus in het
Evangelie (Jezus vertegenwoordigt God (Allah) onder de mensen. Hier ligt een belangrijk verschilpunt met het Christendom. Ook agressie moet met agressie worden beantwoord.

195-200
Voorschriften over het doen van de bedevaart naar Mekka (verplicht voor wie het kan) en over de onderweg in acht te nemen zaken en gedachten: alle betreffen het besef van de goedheid en rechtvaardighid van Allah en het besef door Hem te worden geleid vanuit de dwaling.

200-203
Voorschriften aangaande waarvoor men zou moeten bidden. Doet denken aan het Christelijk Onze Vader, de nadruk ligt op het rechtvaardig toedelen van het verschuldigde.

204-211
Waarschuwing voor valse profeten, die zich populair maken, maar dat alleen uit eigenbelang doen. Doet denken aan de waarschuwingen van Paulus tegen hen, die zeggen in de naam van Christus te spreken, maar in feite anti-Christus zijn. In 211 krijgen de Joden nog een veeg uit de pan voor hun ongehoorzaamheid.

Mohammed maakt hier duidelijk misbruik van de verhalen in het Oude Testament: daar bekennen de Joodse auteurs in ootmoed, dat ze gezondigd hebben en het rechte pad hebben verlaten, maar dat Jahweh hen steeds genadig te hulp is gekomen. Mohammed gebruikt dat nu tegen hen, tegelijk steeds herhalend dat Allah de ongelovigen en onrechtvaardigen zal straffen. Soms schemert in de teksten door dat er ook ongelovige rechtvaardigen kunnen zijn, maar dat is niet duidelijk omschreven.

Allah is wel vergevingsgezind, maar alleen wanneer men zijn gedachten en leven betert, en berouw toont. Het is Allah niet gebleken dat de Joden dat doen: zij blijven immers bij hun oude "ongeloof" hangen en volgen Mohammed niet (hij is immers geen "kind Israels", dus waarom zouden ze hem volgen). Mogelijk is dit een van de grootste teleurstellingen voor Mohammed. Voor mensen wordt vergevingsgezindheid als goed en wenselijk beschreven, maar niet als plicht.
(wordt vervolgd)











dinsdag 21 mei 2013

Aantekeningen bij de Heilige Koran



Dit is de eerste aflevering van een serie bijdragen waarin ik mijn visie geef op wat ik in de Nederlandse vertaling van de Heilige Koran lees. Ik lees als niet-moslim, met een open oog en onbevooroordeeld.

http://www.koranonline.nl/koran/nl/index.php?subaction=showfull&id=1099093674&archive=&start_from=&ucat=2&go=NL

Hoofdstuk 1: Het Begin


2-7
Aanroeping en lofprijzing van Allah. Wat opvalt is het onderscheid dat er gebeden wordt dat alleen zij op het rechte pad worden geleid, "aan wie Gij gunsten hebt geschonken" en niet de dwalenden of degenen op wie "toorn is neergedaald". Wat dit betreft verschilt de houding die uit de verzen spreekt, niet van die uit het Oude Testament, waarin ook sprake is van een wrekende God wiens toorn zeer te vrezen valt.

Dat verschilt met het Christendom, dat breekt met de traditie van een wrekende God, en waar juist ook voor de dwalenden wordt gebeden, dat zij weer terugkomen op het rechte pad. Maar verderop valt ook  in de Koran te lezen, dat voor terugkerenden genade mogelijk is. Zowel in de Bijbel als in de Koran en andere Heilige Boeken kom je dit soort onlogische formuleringen tegen.

Meteen wordt duidelijk dat de Koran, anders dan de Bijbel, een gebedsboek is naast een Openbaringsboek.

Hoofdstuk 2: De Koe

De titel slaat op de koe die in opdracht van Allah moet worden geslacht: Mozes krijgt deze opdracht om dit de kinderen Israels te laten doen (verzen 67-71). De kinderen Israëls deden het terwijl ze het eigenlijk niet wilden, en zo, vermoed ik, staat deze schijnbaar onbeduidende koe symbool voor hun onwilligheid om de wil van Allah van ganser harte volledig te gehoorzamen.

1-7
Omschrijving van de ware gelovigen. Opvallend is, dat Allah in Zijn almacht de ongelovigen al bij voorbaat heeft gestraft ("Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier; hun wacht een zware straf.")

 8-30
Waarschuwing tegen "valse gelovers" en hen die onheil stichten op aarde (valse gelovers doen dat). Opmerkelijk is, dat gewaarschuwd wordt tegen niet-gelovers die zeggen gelovigen te zijn, maar ondertussen aan de ondermijning van het geloof werken. Een aantal islam-predikers vindt dat dit wel is toegestaan aan moslims (gelovigen dus) als zij de islam onder niet-gelovigen willen verspreiden. Dit is begrijpelijk als je van mening bent, dat de Islam nu eenmaal het enige ware geloof is, en dat is iets waar de Heilige Koran zonder meer van uitgaat, zoals in vers 1 staat: "zonder enige twijfel".

31-84
Vereenzelviging van Allah met Jahweh uit het boek Exodus, alle gunsten aan Israel tijdens de tocht door de woestijn naar het Beloofde Land, zijn door Allah geschonken, ondanks de ongehoorzaamheden van de kinderen Israels. In dit verhaal komt Mozes voor, die van Allah de opdracht ontvangt een koe te laten slachten. Pas na veel vragen over wat voor koe Allah wil, dat het moet zijn, wordt aan de opdracht voldaan ("doch liever hadden zij het niet gedaan" - dat dit wordt vermeld, zegt iets over de onwilligheid van de kinderen Israels jegens Allah).

Ook wordt nogmaals duidelijk dat het hiernamaals in de Koran belangrijk is, in het Oude Testament wordt er bij mijn weten geen aandacht aan besteed.

71-73
Opmerkelijk is, dat de tekst afwisselend in de ik-vorm "Wij" en in de hij-vorm ("Allah") is gschreven. Dit geldt vermoedelijk voor de hele Koran. Deze drie verzen suggereren, dat bij een moord mensen onder elkaar redetwisten over de schuldvraag, maar dat Allah de moordenaar aanwijst en de straf bepaalt. Het is niet meteen duidelijk waarom dit onderwerp zo ineens opduikt in de context van de overige verzen, maar het zou kunnen dat hier de kruisdood van Jezus wordt bedoeld. Het staat midden in een "vonnis" van Allah over de Joden.

74-89
Veroordeling van het Joodse volk, omdat dit herhaaldelijk tegen de voorschriften van Jahweh (Allah) heeft gezondigd en de Koran verwerpt, omdat de kinderen Israels het niet aanvaardden als het genadevolle vervolg op hun eigen boeken. Tegelijk een waarschuwing voor door mensenhanden geschreven boeken die als boek van Allah worden uitgegegeven, voor Allah blijft niets verborgen. (Slaat mogelijk op het Nieuwe Testament).

89- 113
Voortgang van Allah's vonnis over de Christenen en de Joden: zij zijn sektarisch, want zij vinden van zichzelf dat zij de enige zaligmakende godsdienst hebben, maar alleen Allah is universeel: Hij maakt uit wie in de hemel komt en wie niet, en niet mensen onder elkaar. Allah beveelt mensen om zachtmoedig en verdraagzaam te zijn. Wie ht Boek van Allah aanvaardt en ernaar leeft, wordt zalig. Ook hier weer verwijzing naar het hiernamaals n de Dag der Opstanding (die de Christenen ook kennen).

Opmerking over de tekst totnogtoe:  
wat opvalt voor een lezer die gewend is aan logica, is dat reeds in hoofdstuk 1 van de Koran geoordeeld wordt over hen die het Boek van Allah niet hebben aanvaard. Dit was Allah dus al bekend toen Hij de Profeet het boek liet schrijven, en het nog verspreid moest worden. Menselijke logica zegt, dat een boek eerst moet worden geschreven en verspreid, alvorens je iets kunt zeggen over de ontvangst ervan onder lezers. Ik heb dit probleem nagezocht, het antwoord is als volgt:
Mohammed schreef de Koran in enkele tientallen jaren, en de hoofdstukken (soera's) zijn niet chronologisch gerangschikt. Hij ging predikend rond, dus zal gemerkt hebben dat zijn prediking bij Joden en Christenen niet in goede aarde viel. Pas 20 jaar na zijn dood werden de hoofdstukken gebundeld en gerangschikt.

(wordt vervolgd)










zondag 19 mei 2013

Wat is eigenlijk "gelovig zijn"?

Kun je gelovig zijn zonder de geloofswaarheden voor "echt gebeurd" aan te nemen? Geloven de vele, gestudeerde priesters dat het allemaal echt is gebeurd en zal gebeuren? Van dominees weet ik, dat er mensen onder zijn die niet in de Jahweh-God geloven, maar zich toch "gelovig" noemen. Is dat bv. ook zo met imams en hun voorschriften en gebeurtenissen die in de Koran staan beschreven?

En, omgekeerd, kun je gelovig zijn, als je aanneemt dat de gebeurtenissen in de evangeliën echt zijn gebeurd? Dat wil zeggen, dat je zoveel waarde aan het "echt gebeurd zijn" hecht, dat je gelooft dat al jouw handelen, denken, voelen en keuzes, ja jouw bestaan, daardoor worden gerechtvaardigd? Is dat "gelovig"?

Ikzelf kan niet samen met anderen in eenzelfde ruimte, gezamenlijk de twaalf artikelen van het geloof opzeggen in de wetenschap dat ik (a) daar niet veel van meen en (b) weet, dat anderen in die ruimte echt menen wat ze uitspreken.

dinsdag 14 mei 2013

Ik heb er zo genoeg van...

Ik moet even mijn hart luchten. Ik zag een foto van een chimpansee die een geweer bedient, die aan het schieten is, dus. Hier is hij:


(foto facebook-pagina Anonymous ART of revolution)

Natuurlijk kun je kapitalisme, het kolonialisme, de rijken en de machtigen de schuld geven van al het geschiet en gemoord dat de mensen elkaar aandoen, socialisten doen dat graag. Maar ook de "verworpenen der aarde" doen het net zo goed. Oorlogen, massamoorden, genocide, doodstraf, vrij wapenbezit. Achter schieten en oorlog zit altijd een ideëel doel. Verdediging tegen agressie, verjagen van onrechtvaardige heersers, maar ook het bestrijden van een naburige stam, het misgunnen van andere godsdiensten, enz.

Ja, de strijders zijn helden, hoe meer "vijanden" ze hebben gedood, hoe grotere helden zijn het. Intussen ziet men niet hoe de bejubelaars van die helden zelf onderdrukkers zijn geworden, en als men dat wel ziet, dan hup, het geweer maar weer uit de kast en schieten maar.

Het ergste zijn die mensen, die gewapende strijd als doel op zich zien, zoals de nazi's bijvoorbeeld. Of zoals de moslimfanaten. Zogenaamd is de strijd een doel om "vrede" te bereiken, maar o wee als die vrede in zicht komt, dan weten ze niet hoe gauw ze dat moeten voorkomen, want eerst moet de hele wereld hun versie van de islam aanhangen, eerder kan er geen vrede zijn. Ook erg zijn dictators die hun positie bedreigd zien. Of mensen die heilig in de "bloed en bodem" theorie geloven, en dat zijn heus niet alleen de nazi's: alle nationalisten geloven erin, zie de Balkan, waar na de dood van Tito allerlei landjes en regio's elkaar gingen haten en be-oorlogen.  Waarom? Alleen om hun kleine natietje te laten "gloriëren", waarvan bijna niemand in de wereld ooit gehoord had. Montenegro? Bosnië? Slovenië? Servië? Kroatië?

Neem nou Syrië (over de grootmachten straks). Een dictator en godsdiensten die elkaar het licht in de ogen niet gunnen (al noemen ze zich alle vier moslims - de Alewieten, de Sjiïeten, de Soennieten en de djihadisten - een zijtak van de Soennieten), een ideale combinatie om er eens flink op los te schieten. De grote schuldige is Rusland (lees: Poetin), want dat is het land dat bang is dat het Westen een te dikke vinger in de pap krijgt in zijn achtertuin. Stel je voor dat daar het Libië- of Egypte-scenario wordt gevolgd! Assad is een marionet van Rusland. Maar goed, als er lang geschoten en gemoord is en het land (of wat ervan over is) "geregeerd" wordt door de djihadisten, heeft Rusland zijn zin. Niet Rusland, maar Amerika wordt door deze Jehova-getuigen met geweer gezien als de satanische vijand, met Israel als zijn profeet.

Je vraagt je af wat djihadisten eigenlijk tegen Amerika hebben, dat is toch ook zo'n schietgraag land bij tijd en wijle. Korea, Vietnam, atoombom op Japan, Irak, maar een ding moet je ze nageven: het verdrijven van de nazi's uit Europa, zij het met steun van Rusland, dat ook door die domme Hitler werd beoorloogd. Het kan niet zijn, wat de djihadisten beweren, dat Amerika zoveel moslimbroeders heeft gedood, want de meeste doodgeschoten moslims zijn door andere moslims gedood. Ach, het maakt niet uit, de woestijnstammen-cultuur schrijft voor dat er geschoten moet worden, en je moet dat doelwit nemen dat het grootste is (dan ben je namelijk zelf het dapperste) en dat jouw eer het meest heeft geschonden (namelijk door de grootste te zijn, terwijl jij dat eigenlijk had moeten zijn), en dat bovendien ongelovig is. Ongelovig kun je ook zijn als je jezelf moslim noemt, maar het niet bent, doordat je bv. je vrouw laat werken of je dochter laat studeren. En in Amerika, nota bene christenen of atheïsten, gebeurt dat massaal, reden te over dus om flink te schieten. Allah zij geprezen dat Amerika er is, dan kunnen we tenminste schieten! Het lijkt op het bekende lied van de monniken, waarin de zonde wordt geprezen, omdat we daardoor God om vergeving kunnen  bidden. ("Felix culpa")

Na een periode van Koude Oorlog is er nu weer een nieuwe Koude Oorlog ingetreden, rond de open haard van Syrië, met een elektrisch kacheltje in Noord-Korea. De grootmachten, als die gaan schieten, berg je dan maar, of liever: er valt dan niets meer te bergen. Als Rusland tekeer mag gaan in Tetsjenië, dan mag Amerika dat in Irak of Afghanistan (waar de Russen ook niets klaar kregen). China mag zijn gang gaan in Tibet. Als ze elkaar maar niet gaan bestoken, dan is er een Derde Wereldoorlog, en die gaat maar heel kort duren.

De gebiedjes waar nog mensapen leven, liggen buiten het belangstellings- en dus schietbereik van de Grootmachten. Als er straks nog maar een handjevol mensen overgebleven zullen zijn na het Grote Schieten, is er goed kans dat zij de macht gaan overnemen, na enkele generaties ongestoorde voortplanting. De mens is dom, de natuur slim.



maandag 13 mei 2013

Uit J.W. von Goethe: "Oost-Westelijke Divan": "Aan Hafis"



                           AAN HAFIS (1)

Wat ieder wil is u bekend,
Voor u is het een weten:
Want hunk'ring houdt, van troon tot tent,
Ons allen in haar keten.

Zij brengt ons wel, zij brengt ons wee,
Wie pleegt verzet daartegen?
En breekt ook één zijn nek ermee,
De ander hoopt op zegen.

Vergeef mij, meester, mijn geluk
Als ik vergeet die lessen:
Als naar haar toe mijn blik zij rukt,
Die schrijdende cipresse.

Als wortelranken sluipt haar voet,
De bodem teder strelend,
Als wolkenwind versmelt haar groet,
Mij in haar oden helend.

Dat alles houdt ons dan geboeid,
Als lok in lok verkroezelt,
Tot bruine weelde uitgegroeid,
En dan door wind verdoezeld.

Dan noopt een voorhoofd, zonneklaar,
Uw hart tot overlopen,
En in een lied, zo blij en waar,
Uw geest te laten dopen.

En als de lippen zich daarbij
Allerlieftalligst roeren,
Dan komt u los, u voelt u vrij
U in te laten snoeren.

De adem stokt door zoete druk,
De ziel in ziele vluchtend,
Vermengend geuren en geluk,
Onzichtbaar wolkeluchtend.

Maar als het al te machtig brandt,
Dan staan daar de bokalen:
Dan roert de schenker rap zijn hand, (2)
Ten eerst-, ten tweeden male.

Zijn oog leeft op, zijn hart u treft,
Wil worden uitverkoren
Om als de wijn uw geest verheft,
Haar op zijn hoogst te horen.

Voor hem ontvouwt zich ’t wereldruim
In innerlijk heil en orde,
Zijn borst zwelt op, zijn haar wordt bruin,
Hij is weer jong geworden.

Al rest u niet het kleinst geheim
Van hart- en wereldzaken,
De denker wenkt uw lieflijk rijm
Om zijn gemoed te raken.

Opdat ook troon en toevluchtsoord
Wij nooit zullen verliezen,
Geeft u de sjah een weldoend woord,
En de vizier adviezen.

Dat geeft u in uw lied vandaag,
Ook morgen zult u 't geven,
Zo antwoordt u op elke vraag
In 't ruwe, milde leven.

(1): Hafis: Perzisch dichter (1320-1389) die Goethe inspireerde tot het schrijven van de bundel waaruit dit gedicht genomen is.
(2) Doordat Hafis zo beroemd was (en nog steeds is) en zoveel verdiensten had voor Islam en dichtkunst, was hij uitgezonderd van het verbod om wijn te drinken, hem werd het oogluikend toegestaan.

Copyright Nederlandse vertaling: Erik Tjallinks.

zaterdag 11 mei 2013

Uit J.W. von Goethe: "Oost-Westelijke Divan": HEDSJRA



 (Eerste gedicht van de bundel)

HEDSJRA (1)

Noord en zuid en west verpletterd,
Rijk en troon en vorst verketterd,
Vlucht maar weg naar 't reine oosten
Om in vadersferen u te troosten,
Was in Chisers' bron uw zinnen (2)
Rein met zingen, drinken, minnen,

Ginds, in 't klare en in 't ware,
Wil ik duizend mensenjaren
In hun oorsprong terug weer dringen,
Waar wij nog van God ontvingen
Hemels woord in aardse talen
Zonder 't overhoop te halen.

Daar werd vaad'ren eer bewezen,
Vreemde diensten afgewezen,
Daar zie ik de jeugd mij wenken:
Groot gelovend, klein in 't denken,
Hoe belangrijk toen het woord was,
Daar 't gesproken en gehoord was.

Wil mij onder herders mengen
Die mij naar oasen brengen;
Met de karavanen lopen,
Koffie, zijde, muskus kopen;
Ieder pad wil ik betreden
In woestijn en verre steden.

Steile helling, bergravijnen,
Hafis' lied doet ze verdwijnen,
Als de gids het zingt, zo prachtig.
Op het muildier wekt het krachtig
't Schijnen op van sterrenluchten,
Rovers doet het ijlings vluchten.

Bij het baden, bij het drinken
Hoor ik Hafis' lied'ren klinken; (3)
't Lief laat vluchtig mij onthullen
Geur en kleur van amberkrullen.
Wat de dichter dan kan fluist'ren
Doet zelfs huri's naar hem luist'ren. (4)

Wilt u hem soms dit niet gunnen,
Of zelfs twijf'len aan zijn kunnen,
Weet dan dat zijn dichterwoorden
Rond de Poort van Edes' oorden
Immer zachtjes kloppend zweven,
Talend naar het eeuwig leven.

Noten:
1. Hedsjra: In 622 moesten Mohammed en zijn volgelingen vluchten uit Mekka naar Medina. Dit werd de Hedsjra genoemd. 
2. Chiser: door de Perzische dichter Hafis (14de eeuw na C.) bezongen bewaker van de "Bron des Levens".
3. Hafis: Perzisch dichter door wie Goethe tot de Divan werd geïnspireerd.
4. Huri's: maagden in het Islamitisch paradijs.

(copyright Nederlandse vertaling: E.K. Tjallinks)