zaterdag 27 juli 2013

Aflevering 5: Aantekeningen bij de Heilige Koran

Dit is de vijfde aflevering van een serie bijdragen waarin ik mijn visie geef op wat ik in de Nederlandse vertaling van de Heilige Koran lees. Ik lees als niet-moslim, met een open oog en zoveel mogelijk onbevooroordeeld.

http://www.koranonline.nl/koran/nl/index.php?subaction=showfull&id=1099093674&archive=&start_from=&ucat=2&go=NL

 (hoofdstuk ((soera)) 3): Het huis van Imraan (vervolg)

76-83: Waarschuwingen tegen valselijk geloven: tegen zeggen dat men gelooft en dat bepaalde woorden en daden "van Allah" zijn, terwijl ze dat niet zijn. Waarschuwing tegen het aanvaarden van werelds genot tegenover het aanvaarden van Allah's boodschap en geloof.  Waarschuwing tegen het aanvaarden van alleen de woorden, maar het niet vervullen ervan.

84-85: Wederom benadrukking dat het geloof in en van Allah het enige ware is, en dat iedereen zich eraan moet onderwerpen, of hij nou wil of niet.

86: Wederom een veroordeling van het Joodse volk, dat Allah nu vaarwel heeft gezegd na zoveel verbrekingen van het verbond dat Hij met hen sloot.

Het valt steeds weer op hoeveel woorden de Koran wijdt aan het veroordelen van vooral Joden en Christenen, en niet-oprechte islamieten. Dat veroordelen geschiedt grotendeels door de mond van Allah, teksten waarin gelovigen worden opgeroepen om Joden en Christenen te vervolgen, ben ik nog niet tegengekomen. De Joden worden veroordeeld wegens hun trouweloosheid en hardnekkigheid de Islam te weigeren, de Christenen wegens het vereren van Jezus als Gods' zoon, het onderlinge dispuut, en het niet omarmen van de Koran als een Boek dat het Evangelie overstijgt. Ik schat, dat ongeveer het helft van de verzen totnogtoe bestaan uit lofprijzingen aan Allah, en de andere helft uit veroordeling van ongelovigen en concrete aanwijzingen en leefregels. Als dat zo doorgaat wordt het nog een hele onderneming de Koran tot het einde toe door te lezen.

87-115: Wederom een litanie over de goedheid en rechtvaardigheid van Allah, en veroordeling van de ongelovigen. Vers na vers. Na raadpleging van "De geschiedenis van God" van (van Karen Armstrong) zijn deze overdrijvingen en herhalingen begrijpelijk. De Koran is niet geschreven in een bepaalde tijdsperiode, met een vooropgezet plan, maar gedurende 23 jaar, meestal tijdens hevige religieuze extase van Mohammed. De herhaalde uitvallen naar de ontrouwe Joden en de twistzieke Christenen moeten worden gezien als een zich afzetten tegen deze gefundeerde religies, waar de Islam nog aan het ontstaan was na een periode van godsdienstige onduidelijkheid voor d Arabieren. Enerzijds was er wel een Allah en een Gewijde Steen in Mekka, maar naast Allah werden diverse andere goden en geesten vereerd. Mohammed wilde (moest van Allah) een aan de Joodse en Christelijke godsdienst gelijkwaardige, ja zelfs superieure godsdienst creëren. Hij kon alleen maar superieur zijn om de Arabieren hun zelfvertrouwen tegenover Joden, Christenen en Zoroastrisme terug te geven. Deze godsdienst heeft uiteraard alle kenmerken van reeds bestaande deugden en waarden zoals die gelden in een woestijnmaatschappij, verdeeld over vele elkaar dikwijls vijandige stammen, en hield tevens een rechtssysteem in. Belangrijke pijler was het stamverband, alles was erop gericht de eenheid en kracht van de stam te bewaren. Dit resulteerde in uitgebreide regels in Koran betreffende de omgang met vrouwen en met persoonlijk bezit, en het delen van eigen rijkdom met armen. Het geven van rechten aan vrouwen beperkte zich tot haar moederschap en haar echtgenote-zijn voor de eigen man (die haar min of meer in eigendom had, en niet andersom natuurlijk), andere rechten waren ondenkbaar.

113-115: begenadiging van Joden en Christenen die in het geheim Allah aanbidden.(in het openbaar zouden ze hiervoor zijn  bespot en vervolgd).

116-120: Waarschuwing om niet "buiten het eigen volk" vrienden te nemen: zij zullen u zeker bedriegen.

121-128: Waarschuwing om te blijven vertrouwen op Allah in de strijd tegen ongelovigen die u willen verslaan: Allah zal u helpen met vijfduizend engelen. Degenen die laf zijn, zal Hij om hun ongeloof straffen.

129: Lofprijzing.

130: Verbod op het rekenen van rente (In Mohammed's tijd besrtond er in Mekka veel materiële welvaart onder rijken, maar ook veel armoede, ongeveer zoals in het huidige kapitalisme; de neiging om woekerrente te rekenen aan arme lieden was wijdverbreid).

131-135: lofprijzing en aansporing om het goede te doen, en berouw te tonen tegenover Allah, die vergiffenis schenkt.

Tot nog toe valt op, dat het overgrote deel van de verzen aanspoort om in Allah te geloven en niet te dwalen met de ongelovigen, het gaat om geloven, en Allah wordt als in een litanie geprezen. Een klein deel van de verzen geeft leefregels zoals het niet in rekening brengen van rente, hoe om te gaan met huwelijk en dergelijke.

136: Het paradijs wordt wederom beloofd aan hen die het goede doen.

139-143: Ietwat lastig te begrijpen, maar het komt hierop neer: probeer niet omwille van het loon (namelijk het paradijs) het goede te doen, maar omwille van het goede zelf, want Allah heeft uw vijand (die niet het goede doet)  allang  gestraft (veroordeeld) en u allang beloond (als gij het goede doet), uzelf bent niet in staat Hem vóór te zijn in uw oordeel. - Een prachtige reeks verzen, doe het goede omdat het goed is en niet om wat je ervoor krijgt. Bijvoorbeeld:

142. Denkt gij, dat gij het paradijs moogt binnengaan, terwijl Allah degenen uwer die strijden en standvastig zijn nog niet heeft onderscheiden?

143. En gij placht deze dood te wensen voordat gij hem ontmoettet, nu hebt gij hem gezien en gij staart er naar.


(Bij het "strijden" denk, gezien de hele context, niet aan letterlijk oorlogvoeren, maar aan de strijd om een goed leven te leiden, letterlijk vechten mag (tot nog toe)  alleen, als men zelf wordt aangevallen door ongelovigen, en vertrouw dan op Allah)


144-200: Moeilijk te begrijpen verzen, tenzij men aanneemt dat hier Mohammed een dialoog met zichzelf houdt, waarin hij zich gesterkt weet door Allah, die hem steeds te hulp komt en hem wijsheid geeft.

144-151: Mohammed is slechts een boodschapper, hij zal sterven. Keer na zijn dood niet terug, maar blijf geloven in Allah en het goede doen.

152-153: de vijand (de ongelovigen) was verslagen, maar onder u (de overwinnaars dankzij Allah) brak tweedracht uit. Gij (Mohammed)  wendde u af  (met uw metgezellen) en trok u terug, maar Allah heeft het u vergeven. Toen gij vluchtte, en de boodschapper (ik interpreteer "boodschapper" hier met een engel, die veelvuldig in de Koran voorkomt - het woord engel betekent trouwens boodschapper) u nariep, gaf hij u (Mohammed en zijn metgezellen)  smart op smart, om u te beproeven, opdat gij niet zoudt treuren om hetgeen verloren was, noch om wat met u gebeurde. (soortgelijke beproevingen komen ook in de Bijbel voor).

154: Allah spreekt via de mond van Mohammed tot zijn metgezellen na uitgerust te zijn, dat zij op Allah moeten vertrouwen, de zaak is geheel in Allah's handen, want de metgezellen hebben er spijt van mee ten strijde te zijn getrokken en waren liever thuisgebleven, wat hebben zij met de zaak te maken, vragen ze zich af. (parallel met de metgezellen van Jezus, die soms ook twijfelden en door Jezus tot geloof werden gemaand - hoewel Jezus' metgezellen niet ten strijde optrokken met Jezus, integendeel, toen Petrus zijn zwaard trok, moest hij dat van Jezus weer terug in zijn schede doen, een fundamenteel verschil tussen Jezus en Mohammed is Jezus' afkeer van gewapende strijd, hij herhaaldelijk: "Mijn rijk is niet van deze wereld". Anders dan Jezus, werd Mohammed tijdens zijn leven gedwongen tot gewapende strijd. In de machtsverhoudingen ten tijde van Jezus in Palestina zouden Jezus en Zijn volgelingen daar geen schijn van kans hebben gehad, de Romeinen waren oppermachtig, gezien ook de slachting op de rots van Massada in 70 n.C. toen een poging daartoe werd ondernomen door een groep fanatieke Joden. Jezus moest het hebben van het uitdagen van Joodse "schriftgeleerden" die de letter van de wet benadrukten, maar de geest ervan verwaarloosden, en de Joden die onoprecht profiteerden van mooie baantjes die de Romeinen hen aanboden).


155-156: Allah vergeeft het u, als gij de strijd ontvlucht en overleeft, terwijl uw broeders in de strijd zijn omgekomen, hebt daarover geen wroeging en denkt niet: "waren ze maar met ons meegevlucht of waren we maar niet ten strijde getrokken". Allah bepaalt het moment van sterven en leven.

157-174: Woorden die Allah tot Mohammed richt om hem te troosten en te bemoedigen in de strijd: heb geen schuldgevoel om omgekomen broeders en veroordeel niet de broeders die niet meekwamen in de strijd en nu kritiek hebben vanwege gesneuvelde broeders die wel meekwamen. Vergeef gelovige broeders waarvan gij meent dat ze zich niet heldhaftig genoeg zouden hebben gedragen, enz. In mooie verzen worden de psychische emoties beschreven die zich in een gewapend strijd kunnen voordoen aangaande de vijand, medestrijders, leven en dood, enz. Het komt erop neer, dat door welke emotie u ook wordt beroerd, steeds is het Allah die oordeelt, laat uw zorgen dus aan Hem over en vertrouw op Hem.

176-188: Opsomming van ondeugden van ongelovigen zoals weifelmoedigheid, onderschatting van Allah's rechtvaardigheid, uitstel van deugd, afvalligheid, gierigheid, enz. , met aansporing aan de gelovige om hier niet in mee te gaan, maar de straffen hiervoor over te laten aan Allah, en zelf standvastig te blijven in het geloof.

Deze verzen staan in schrijnende tegenstelling tot de manier waarop in de moderne tijd d.m.v. sharia-rechtbanken ongelovigen en afvalligen zoals zij die zich bekeren tot het christendom, worden gestraft.

189-200: Belofte van "tuinen waardoorheen rivieren stromen" aan degenen die de Heer vrezen en op Hem, n niet op Satan's vrienden, hun vertrouwen stellen, inclusief de "mensen van het boek" (Joden en Christenen die volgens Allah's wil leven).

Deze verzen zouden qua sfeer zo uit het Oude Testament genomen kunnen zijn. Dit hele Derde Boek ademt de sfeer van de psalmen, waarin ook steeds de Heer als helper in nood, bemoediger, en overwinnaar van vijanden wordt geprezen.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten