vrijdag 13 april 2012

Komt het goede van boven?

Onderzoek bij dieren (primaten en andere groepsdieren) laat zien dat ook zij "moreel" gedrag vertonen dat op het eerste gezicht ingaat tegen de evolutieleer. Daarin wint, grof gezegd, de sterkste en meest aangepaste. Moreel gedrag is echter: het helpen van de zwakkeren en delen in wat jij hebt en de ander niet, en elkaar met rust laten als jij geen hinder hebt van een ander in diens afwijkingen die er voor het welbevinden van de groep niet toe doen. Bij nader inzien kun je dan ook argumenteren dat moreel gedrag de groep versterkt, waardoor het past in de evolutieleer. Sinds een jaar of honderd is er een filosofische strijd gaande over de vraag of moreel gedrag, d.w.z. gedrag dat mensen als "goed" beoordelen, iets is dat mensen van nature meekrijgen bij hun geboorte, en dat dus biologisch en evolutionair wordt bepaald, of dat het iets is dat wordt geleerd, en dan vooral met religieuze en maatschappij-beschouwende systemen.



Religie sluit m.i. aan op de menselijke behoefte aan verhalen, waar dieren geen behoefte aan hebben doordat zij het menselijk voorstellingsvermogen missen: voor een dier geldt slechts het hier en nu. Bij religieuze mensen wordt moreel gedrag "vertaald" in een verhaal, maar zij zijn zich daar niet van bewust (of willen of kunnen zich er niet van bewust zijn), zodat het voor hen andersom is: het verhaal wordt vertaald in moreel gedrag. Daardoor kunnen ook volstrekt immorele zaken dikwijls als "zeer moreel" worden ervaren en afgeschilderd (bv. het doden van andersdenkenden en daardoor in het paradijs komen).

Een bepaalde passage uit de autobiografie van Goethe "Dichtung und Wahrheit" heeft me sterk getroffen, namelijk die waarin Goethe zegt dat werkelijke gebeurtenissen heel goed in verhalen kunnen worden omgezet, ook met veel dichterlijke vrijheden aangevuld. Maar andersom kan het rampzalige gevolgen hebben. We moeten dus niet iets dat grotendeels "verhaal" is, aannemen voor werkelijkheid. Dat lijkt een waarheid als een koe, maar Goethe had het over zijn roman "Das Leiden des jungen Werther", waarin een verliefde jongeman zelfmoord pleegt op een volle-maansnacht bij het graf van zijn geliefde. Deze roman werd een groot verkoopsucces, maar als gevolg daarvan werden een tijdlang veel meer zelfmoorden gepleegd door jongelui van wie de geliefde was gestorven, dan gebruikelijk. (De sterfte onder jongeren tot 30 jaar was toen veel hoger dan nu omdat er nog geen antibiotica en preventieve inentingen waren). Goethe was hier erg bedroefd over en wenste dat hij het boek niet had geschreven.

Gisteren zag ik op TV enkele jonge bekeerde moslims (Nederlanders) door de streng-christelijke plaats Urk trekken om daar het moslim-geloof te verspreiden. Wat opviel uit de gesprekken die met die jongeren werden gevoerd, was dat zij totaal blind en doof waren voor een ander geluid dan het geluid dat uit hun eigen mond kwam, of dat hen werd verteld door (door henzelf uitgekozen) Arabische imams. Nu zie je dat wel vaker, ook bij orthodoxe christenen. Het verontrustende was echter dat zij, anders dan de meeste christenen, geweld goedkeurden zodra zij (of die imams) vonden dat de Islam ergens ter wereld werd bedreigd. Ook klaagden zij over de bandeloosheid en liederlijkheid van Nederland, dat zij een rotland vonden, in tegenstelling tot de Arabische landen, en dan vooral Afghanistan en Pakistan. En als zij op straat of waar dan ook richting Mekka neerknielden voor gebed, vonden ze het heel lastig en vervelend dat Nederlanders daarnaar keken en er opmerkingen over hadden.

Deze jongeren zagen de werkelijkheid om zich heen als bestaande uit drie delen die tegenover elkaar stonden, in een soort driehoek. Ten eerste de wereld van de Islam, die 100% goed is. Ten tweede de "slechte" wereld, die tegen de Islam is en bestreden moet worden. Ten derde een wereld die mogelijk wel goed kan worden (zoals bv. de wereld van orthodoxe christenen en Joden)  maar die alleen nog tot het ware geloof (Islam)  moet worden gebracht. Vraag je hun waarom in Islamitische landen prediking van het Christendom streng verboden is, en zij hier vrijelijk hun Islam kunnen prediken, dan is het antwoord: "natuurlijk is dat zo, de Islam is immers de enige ware godsdienst, en hier bestaat de mogelijkheid om die te prediken dus moet je dat doen." Die vraag is een typische vraag uit een democratie waarin godsdienstvrijheid bestaat en waar de rede dicteert dat wat de een is toegestaan je ook de ander moet toestaan. In de oren van een orthodoxe moslim is het een open deur, zijn verhaal is zijn werkelijkheid.

Het verhaal van de rede is trouwens ook een verhaal, maar geen verhaal waarin iedereen zou moeten aannemen dat er één bepaalde God is die die-en-die eigenschappen heeft en aan de mensen voorschrijft hoe zij moeten handelen. De rede zegt dat je ten eerste elkaar moet respecteren in elkaars verhaal, en ten tweede dat "verboden gedrag" (zoals bv. verwoord in de tien geboden of waar dan ook in een heilig geschrift of overlevering) ook bestreden kan worden met respectvolle wetgeving. En dan mag je ook geloven dat die menselijke wetgeving "van boven" komt. Die wetgeving terzijde schuiven omdat alleen God wetten kan maken, zelfs dat mag, ook volgens de rede en de aan mensen eigen moraal. Als je dat maar niet in de praktijk brengt, want godsdienst valt ook binnen de rede, sterker: het verhaal dient de rede. Ook de Islam erkent dat, waar zij stelt dat in landen waar het ware geloof nog niet gevestigd is, de moslim zich dient te houden aan de wetten die in die landen gelden.

Concluderend: laten we ons houden aan de rede, die zegt dat God de evolutie heeft gewild, die ons neergezet heeft in een wereld die voor een groot deel onbekend is en ons omringd heeft met wat wij zien als goed en kwaad. Zodra we aannemen dat een Opperwezen (God) ons in een verhaal verteld heeft wat goed en kwaad is, en wij aannemen dat dat verhaal waar is, moeten we niet denken dat wij God een handje kunnen of zelfs moeten helpen met bestrijding van redelijke wetten en gewoonten die anderen erop na houden vanuit hun verhaal. Ook hogere zoogdieren, die net als wij in groepsverband leven, kennen een eenvoudige moraal, alleen mensen hebben daar verhalen bij, en dus moeten we die van elkaar respecteren als die aansluit op de algemeen-menselijke moraal, want blijkbaar kunnen mensen niet zonder een verhaal. Dus jonge moslims, ga in gesprek met de christenen om tot samenwerking te komen tegen zedenbederf, en probeer hen niet te bekeren, want zij denken precies hetzelfde over hun godsdienst als jullie over die van jullie, en laat je niet uitdagen door de Urkse kinderen die lachend riepen: "haha, onze Here Jezus is veel beter"! Jullie vinden dat van de profeet ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten