dinsdag 10 april 2012

Spreekrecht voor slachtoffers van misdrijven

Spreekrecht voor slachtoffers is iets dat we niet moeten willen. In de zaak rond de pedocrimineel Robert M. is er een sfeer ontstaan van "dat moet kunnen". Als er één betrokkene is bij een misdrijf, naast de dader, dan is dat wel het slachtoffer. Maar dat is juist ook de voornaamste reden waarom dat spreekrecht er niet zou moeten komen. In het strafrecht is degene die aanklaagt niet het slachtoffer, maar de samenleving als geheel. Als woordvoerder treedt dan op de "openbare aanklager", die niet voor niets zo heet. Het slachtoffer kan veel te emotioneel betrokken zijn bij de zaak, zodanig, dat hij of zij niet in staat moet worden geacht een objectief licht op de zaak te werpen, en geen bijdrage kan leveren tot een rechtvaardig proces. Soms verleent de rechter het slachtoffer het woord. Hij doet dat alleen wanneer hij vindt dat dit bijdraagt tot een rechtvaardige rechtsgang. Maar het spreekrecht tot algemene regel maken betekent een onnodige en zelfs schadelijke verstoring.

Doordat rechtszittingen openbaar zijn en van belangrijke zaken uitvoerig verslag wordt gedaan in kranten en op TV, gaan dan ook de slachtoffers in dit ritueel een belangrijke rol spelen. De advocaat van de verdachte kan min of meer worden gedwongen rekening te houden met wat een slachtoffer allemaal naar voren brengt, of dat nu hout snijdt of niet. Een slachtoffer kan "op de stoel" van de openbare aanklager gaan zitten door juridische argumenten naar voren te brengen. Je zou om dit te voorkomen, het onderwerp waarover een verdacht kan spreken, kunnen beperken door hem of haar alleen te laten spreken over het aangedane leed en verder niets. Maar wat is dan de bijdrage hiervan? Alleen een mooi verhaal voor de krant of de TV.

In het civiel recht ligt de zaak anders. Als iemand een conflict heeft met een bedrijf over een levering of betaling, dan zijn er twee gelijkwaardige partijen, en weegt de rechter de argumenten van beide partijen tegen elkaar af en toetst de situatie aan de wet. Degene die een zaak aanspant, kunnen we vergelijken met het "slachtoffer" in een strafrechtproces. Hij of zij voelt zich benadeeld en stapt naar de rechter. En als de aanspanner van de zaak "groot en sterk" is en de aangeklaagde "klein en zwak", dan kan de aangeklaagde partij als "slachtoffer" worden gezien, maar dan is er de rechter en het recht om hem indien nodig te beschermen. In elk geval is er in het civiel recht een slachtoffer dat recht van spreken heeft, meestal via een advocaat. Buiten de twee partijen is er juridisch gezien niemand die belang heeft bij de zaak.

Moeten we dit slachtofferschap nu ook introduceren in het strafrecht? In het strafrecht is "de samenleving" steeds het slachtoffer geweest, juist met het oog op de benodigde objectiviteit. Met objectiviteit wordt bedoeld: het in alle redelijkheid toepassen van wettelijke regels. In strafrechtelijke zaken zijn er genoeg emoties betrokken, om hier nog een schep bovenop te doen, dient de rechtvaardigheid mijns inziens niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten