donderdag 27 juni 2013

De tijd voor een republiek lijkt nog niet rijp.

Eerder gaf ik (naar mijn idee) goede argumenten voor de afschaffing van het koningshuis en het in het leven roepen van een republiek. Ik sta daar nog steeds achter. Maar de manier waarop de bevolking (alle lagen van de bevolking) de leden van het koningshuis adoreren en ermee dwepen, slaat de hoop op de een spoedige komst van de republiek de bodem in.

Voor deze adoratie zijn in dit tijdsbestek een paar redenen te noemen:

1. Het verlies van het vertrouwen in de politiek op zichzelf. Een president is een gekozen staatshoofd, en heeft dus te maken "met politiek", of hij nu gekozen is met rechtstreekse verkiezingen of door het parlement, doet er niet toe. Het volk denkt bij een president meteen aan het Amerikaanse of Franse model, of aan Erdogan, die geen president is maar wel zich zo gedraagt. Men heeft überhaupt geen zin om zich erin te verdiepen, en geeft als steevast antwoord: "een president is ook niet alles", "lood om oud ijzer", of: een president is ook duur" enz., maar men wil gewoon het koningshuis, en beleefdheidshalve wil men je vraag waarom er eigenlijk geen republiek is, wel beantwoorden.

In eerdere tijdsbestekken waren er maatschappelijke stromingen die het koningschap nog wel ter discussie wilden stellen n daar nog debatten over konden uitlokken, maar destijds was de massa  van het volk nog positief geïnteresseerd in  politieke ideologieën, nu wordt veel meer gekeken naar de economie en de eigen portemonnee en die van anderen. Dat levert zeker in een tijd van crisis, politiek geschutter en geharrewar op, wat bij de kiezer negatieve gevoelens opwekt over het politieke bedrijf.

2. Het volk is niet geïnteresseerd in de strapatsen, zelf-verrijkingen, vriendjespolitiek, puur egoïsme (Willem III), de buitenlandse afkomst, de rijen maitresses en onechte kinderen, de omkoperijen en toedekkingen enz. die het blazoen van de familie Van Oranje (die eigenlijk niet zo mag heten, maar wie maalt daarom?) hebben besmeurd. Het volk heeft geen weet van wat een monarch eigenlijk is, waarvan de huidige monarch een soort imitatie wil zijn door "constitutioneel" te heten. Men denkt niet na over het feit, dat een constitutionele monarchie eigenlijk hetzelfde is als een "zwarte schimmel" of "brandend water". Waar is men dan wel in geïnteresseerd, waarom is Oranje zo mateloos populair?

Het koningschap is nu "modern" geworden, d.w.z. een "gewone vrouw" die niet van adel is, mag koningin worden zelfs als haar vader een dubieus ambt heeft vervuld in een dictatoriaal slachters-régime. Dat laatste lijkt het sprookje alleen maar te versterken. De moderniteit uit zich ook in het spontane "gewone" gedrag van de koning, die zijn vrouw "Máxima" noemt en als prins oranje WC-potten heeft geworpen op een volksfeest. Zo past deze familie zich steeds weer aan aan de eisen des tijds. De koning onderscheidt zich in niets van een doorsnee "bekende Nederlander", zelfs nog meer dan zijn grootmoeder Juliana, die haar omgeving soms shockeerde door haar "gewoon" gedrag, en die teerde op de mateloze populariteit van haar moeder, die ze verkregen had niet door haar stijfkoppig en hautain karakter, maar doordat ze net als alle Nederlanders de bezetter haatte en bemoedigende radio-praatjes hield vanuit Londen.

3. Men wil "een volk" zijn, men voelt zich graag Nederlander en geen Fransman, Engelsman enz. Waren we sinds 1815 een republiek geweest, dan zou men zich daarop richten, en allerlei republikeinse liederen, feestdagen enz. hebben, zoals men dat in Frankrijk ook heeft. Maar men heeft nu eenmaal een koningshuis, en omdat we van traditie houden als het gaat om nationale identiteit, is het toevallig geen republiek maar een koninkrijk dat we willen zijn. Daarom worden de vele negatieve bladzijden uit de geschiedenis van de Oranjes niet gelezen, maar heeft men het bij voorkeur over de heroïsche strijd tegen de Spanjaarden door de Vader des Vaderlands bijvoorbeeld. Over de continue strijd tussen oranjegezinden en de wettige staatsvorm destijds, de republiek, wordt gezwegen, zodat het beeld ontstaat dat de Oranjestadhouders Nederland van Spanje hebben losgevochten en geregeerd, wat bezijden de waarheid is, wel streefden de Oranjes steeds naar eenheid onder de Verenigde Nederlanden onder hun heerschappij, wat maar niet wilde lukken. Maar dat alles mag niet baten, Oranje boven, leve de koning. Eigenlijk wil men zeggen "Oranje boven, leve ons".

Datzelfde gevoel wordt ook beleefd tijdens voetbal-evenementen. En verder helemaal nooit, behalve misschien tijdens de dodenherdenking en bevrijdingsdag. Er zijn wel andere feesten en herdenkingen, maar die benadrukken niegt het "wij Nederlanders"-gevoel. Het is gevoel, en dat poets je niet weg met argumenten, net zo min als godsdienstige overtuiging.

Helaas, het is niet anders. Het enige dat je als overtuigd republikein kunt doen, is niet aan oranjegedoe meedoen en bij gelegenheid kritiek uiten. Elk argument is bij voorbaat tot dovemans-oren gericht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten