maandag 18 maart 2013

Een bol, waarvan het middelpunt overal en de omtrek nergens is. (Middeleeuwse wijsheid over God)



Zeilend op het grote IJsselmeer
Zie je soms het land niet meer
Toch is achter al dat water land,
Het einde van de plas, waardoor het wordt omrand.

Zwevend op de aardbol in 't heelal
Zie je nergens grenzen aan de hemelbal,
Die is te groot, te ver in het verschiet,
Hoe ver je ook zweeft, je ziet de grenzen niet.

Ver weg zijn geen grenzen, maar een oerbegin,
Daar is één middelpunt, met een knal er midden in,
En waarheen je ook kijkt, naar boven, naar beneden,
Links of rechts, je ziet het centrum, in een ver verleden.

Maar de toekomst of de grenzen, nee, die zie je niet.

Is dat niet uiterst merkwaardig?
Is dat niet hóógst eigenaardig?

1 opmerking: