woensdag 31 juli 2013

Een democratische reactie op het libertarisme

Na lezing en overdenking van het libertarisch "pamflet" van "De democratie voorbij" van Frank Karsten en Karel Beckman kom ik tot de conclusie dat veel van hun kritiek op de parlementaire democratie terecht is, maar dat (1)  een aantal kritiekpunten onterecht zijn (bijvoorbeeld dat de moraal ten prooi valt aan de wet van de meerderheid) en (2) zij een utopische oplossing nastreven in de vorm van een soort staat die niet parlementair-democratisch is, maar het aan mensen zelf overlaat hoe zij met elkaar in vrijheid en in kleinschalig regionaal verband samenleven. Ik kan mij met de beste wil van de wereld niet voorstellen hoe dat dan zou moeten zonder enige vorm van overheidsdwang, en zonder dat "het recht van de sterkste" de overhand zal nemen. Ken uzelve, zei Socrates, maar ook: Ken de mens.

Wel denk ik dat we aan ons parlementair-democratisch systeem het een en ander moeten veranderen willen we tot een betere samenleving komen voor de toekomst. Ons systeem stamt uit de negentiende eeuw, en er is sindsdien veel veranderd. Ik denk dat het goed is om weer terug te gaan naar 1945, toen we begonnen met de wegen in te slaan die tot de huidige crisis hebben geleid. Sinds die tijd werden verschillende wetten ingevoerd die ons hebben verwend. Het is beter om iemand te leren vissen, dan om hem vis te geven. Dit spreekwoord is herhaaldelijk met voeten getreden. De regeringen konden alleen maar geven, het geld kwam als manna uit de hemel vallen, want de economie moest helemaal van de grond af worden opgebouwd, en dat gebeurde ook met veel voortvarendheid. Niet alleen regeringen, maar ook grote staats- en particuliere bedrijven stimuleerden niet tot zelfdoen, maar deelden uit. Zoals de Staatsmijnen, de textielindustrie, Philips (dat grote belastingvoordelen kreeg), de PTT, enz. Zij hadden allemaal (huur-)woningen, verenigingen, zorg-organisaties enz. voor het eigen prsoneel. De grootste voorloper van het CDA, de KVP, vond dat het eigen woningbezit moest worden gestimuleerd. Dit werd niet bereikt door spaar-aanmoediging, maar door aftrek van hypotheekrente van de inkomstenbelasting. Zo zorgden Rooms-rode kabinetten ook voor de AOW als algemeen staatspensioen voor iedereen, ongeacht rijk of arm, een WAO, die later onbetaalbaar bleek te zijn omdat werkgevers er hun overtollig personeel in dumpten (een hazenlip of kromme teen was al voldoende voor een WAO-uitkering) en natuurlijk veel, zeer veel subsidies waar je nu van je stoel af zou vallen als je ervan hoorde. Ambtenaren werden extra riant behandeld en hadden bv. eigen zeer gunstige ziektekostenverzekeringen en konden niet worden ontslagen tenzij misdaad in het spel was. Boeren kregen ook een voorkeursbehandeling, dankzij de voorloper van de EU, de EEG. Dit leidde tot grote melkplassen en boterbergen. De VVD, kan ik me herinneren, was hier fel op tegen, en rekende voor dat het grootste deel van de boeren voor niets werkte en hun boven-modale inkomsten uitsluitend uit subsidie verkregen: het was goedkoper hun een werkloosheidsuitkering te geven dan ze aan het werk te houden. Kortom, luilekkerland.

Pas in 1978 begonnen enkele top-politici in te zien dat het zo niet verder kon. Wikipedia schrijft hierover: "Bestek'81 was een nota die in de zomer van 1978 werd uitgebracht door het Nederlandse kabinet van Agt-Wiegel. Bestek'81 beschreef het voorgenomen sociaaleconomisch beleid tot en met 1981. Centrale punten waren de ontkoppeling van de uitkeringen en de overheidssalarissen van de loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Ook moest de markt meer ruimte krijgen.
Het plan stuitte op hevig verzet in de samenleving. Van de uitvoering kwam weinig tot niets terecht, ook al omdat de fractievoorzitter van het CDA Ruud Lubbers de tijd er nog niet rijp voor achtte. Na twee jaar kreeg de minister van Financiën Frans Andriessen er genoeg van. Hij diende in 1980 zijn ontslag in; hij kon naar eigen zeggen zo niet werken."

Nog steeds, zo zeggen de libertariërs, vinden politieke partijen hun bestaansrecht niet in het stimuleren en aanmoedigen, maar in het geven. Dat komt ook door de Grondwet, die de overheid verplicht zich te bemoeien met allerlei zaken die mensen best zelf kunnen regelen zoals onderwijs, zorg, "volkshuisvesting" (het woord alleen al, het suggereert dat "het volk" door de overheid "gehuisvest" wordt) enz. Bovendien willen politici en politieke partijen graag herkozen worden, hun verkiezingsprogramma's staan vol mooie beloften waarvan de meeste niet waar gemaakt kunnen worden in vier jaar. Wanneer een partij een succes behaalt, schrijven zij dat zichzelf toe, en bij falen wordt het anderen toegeschreven. Veel beloften in deze tijd van crisis slaan op het behoud van voorzieningen aan de ene kant, terwijl er diep gesnoeid moet worden aan de andere kant. De kiezers "zappen" wanhopig van de ene partij naar de andere, of gaan gewoon niet meer stemmen. Natuurlijk komen steeds die partijen als winnaars uit de bus, die tekeer zijn gegaan tegen het "wanbeleid" van regerende partijen, maar zelf in de oppositie konden blijven zitten. De PVV heeft dit scherp ingezien, en komt bij de eerstkomende verkiezingen als anti-Europa- en buitenlanderspartij en beschermer van de ouderenzorg als grootste uit de bus. Ik wed dat ze echter niet gaan mee-regeren, zodat ze hun rol als roeptoeters en vertolkers van de frustraties van hun kiezers gewoon kunnen blijven voortzetten.

Geef ze eens ongelijk. De PVV maakt handig gebruik van het falen van het uitdeelbeleid en de verstikkende bureaucratie, alsmede van het onderschatten van "Europa" als ondergraver van de statelijke soevereiniteit door de traditionele partijen. We zijn nu het teveel aan krediet dat we sinds de 50er jaren in zalige naïviteit hebben opgebouwd, aan het terugbetalen. Ik doe de volgende suggesties om hieruit te komn:

1. Begin met een stimuleringsbeleid zodat mensen alternatieven krijgen in plaats van dat ze alleen maar iets wordt afgenomen. Die alternatieven moeten zijn gericht op kleinschalige samenwerking, duurzaamheid en vermindering van bureaucratische controle en regels. Zoals het werken met regionale vormen van geld, andere woonvormen, tot zelfs tenten toe, buurtgerichte thuiszorg los van grote zorgbedrijven, indicatiestellingen en time- and motion-studies voor zorgwerkers, het vereenvoudigen van het starten van een eigen bedrijfje door simpeler vergunningenbeleid en belastingvereenvoudiging, het toestaan van "vrije markten" op aangewezen locaties, kortom, het stimuleren van plaatselijke en kleinschalige economische activiteit. Ook innovaties, en vooral op het gebied van duurzaamheid, moeten worden gestimuleerd. Maak als leidraad van beleid niet"geven en nemen" maar "stimulering tot zelfwerkzaamheid en duurzaamheid".

2. Trek u niets aan van ambtenarenbonden maar kleed de managers-koninkrijken en de bureaucratie op de ministeries via gerichte wetgeving uit. Verlaat het zoeken naar draagvlak voor bezuinigen, dat leidt alleen maar tot niet-bezuinigen. Kwantitatieve controle als basis voor financiering (bv. in de zieken- en bejaardenzorg) werkt contra-productief, net als de verfijning van indicatiestellingen. Financier niet op basis van verrichting of bezet bed, dat leidt tot hogere kosten in plaats van lagere. Financier ook het onderwijs niet op basis van aantallen geslaagden in vier of vijf jaar, dat leidt tot diploma-inflatie en niveau-verlaging. Vertrouw op vakmanschap en professionaliteit van zorgers, artsen en docenten, een verplicht ze tot periodieke bijscholing en (mede) collega-beoordelingen. Privatiseer liever (een deel van) het onderwijs, c.q. maak meer mogelijk voor hoogbegaafden, met speciale scholen op alle niveau's (basis, voortgezet, hoger). Herstel, ook via zelf-werkzaamheid, de mogelijkheden voor laagbegaafden. Dat kan kosten-neutraal, of zelfs tegen lagere kosten, als eerst maar eens in de bureaucratie wordt gesneden.

3. Ga door met stimuleren van de mantelzorg, maar schep ook voorwaarden daartoe o.a. via vacaturebanken, voorlichting en aanmoedigingspremies en -prijzen. Mensen worden graag gewaardeerd, en dat kan ook niet-financieel.

4. Treed de EU tegemoet met een "nee, tenzij" houding in plaats van een "ja graag"- houding. Dring verder aan op en scherper onderscheid van wat de EU aangaat en wat het land zelf aangaat. Maak nieuwe voorwaarden voor een vrij verkeer van arbeidskrachten en migratie binnen de EU. Roemenen, Bulgaren en Serven bijvoorbeeld moeten hier kunnen komen werken, maar onder striktere voorwaarden dan nu. Sluit u meer aan bij hoe Groot-Brittannië denkt over de EU, dan hoe Duitsland daarover denkt (maar neem meer over van de Duitsers als het gaat om zelfwerkzaamheid).

5. Neem geen nieuwe wet of maatregel van bestuur aan zonder tenminste één te schrappen. En kijk ook bij elke wet of het niet meer een wens is van een beperkte belangengroep is, dan een wet die echt het algemeen belang dient. Schaf het lobbyen af, of hervorm het: lobbyen mag alleen als u als kamerlid of minister erom vraagt, ongevraagde lobbyisten wijst u de deur, laat ze maar een brief schrijven zoals iedere Nederlander dat mag. Maak hier een wet voor, de lobby-wet.

6. Voer in: het bindend referendum (bv. voor uitbreiding van de EU qua aantal leden en overdracht van soevereine bevoegdheden, de gekozen burgemeester, grondwetswijziging, en ander belangrijke zaken, en op verzoek van een x-aantal burgers). De partij di dit in haar verkiezingsprogramma opneemt voorspel ik grote winst, want dit leeft echt onder de bevolking.

7. Schaf de Eerste Kamer af, ten eerste wordt dat teveel een verlengstuk van de Tweede Kamer,  ten tweede kan ze anders van samenstelling zijn dan de Tweede Kamer (weer veel kostbaar draagvlak zoeken en onderhandelen), en ten derde wordt ze slechts gekozen door leden van Provinciale Staten, en niet door de kiezers zelf.

8. Geef meer bevoegdheden aan de provincies en gemeenten, naast de mogelijkheid om ter uitvoering van die bevoegdheden, ook eigen belastingen te heffen. Dit om de burgers meer bij de politiek te betrekken. Maak ook het passief kiesrecht aantrekkelijker, door cursussen voor raads- en statenleden (onderhandeling, bestuursrecht, conflicthantering, vakgebieden) en een hogere beloning (of premies), met name voor mensen die acht, twaalf of zestien jaar of langer dit ambt vervullen. Dat voorkomt dat een gemeenteraad en duiventil wordt, en zal het aantal conflicten doen verminderen.

Dit waren slechts enkele gedachten en ideeën die niet revolutionair zijn, maar die uitvoerbaar zijn en naar mijn idee het vertrouwen van burgers in de politiek kunnen herstellen. De lijst is natuurlijk niet compleet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten