zaterdag 13 juli 2013

Rutte, godsdienst en moraal

Premier Rutte heeft de gereformeerden die weigeren hun kind te laten inenten, verteld dat God ook de inenting mogelijk heeft gemaakt, en dat zij hun kinderen kans op onnodig lijden geven door hen inenting te onthouden. Terwijl hij moet weten, dat "volharding in het Geloof" een van de voornaamste deugden is bij deze orthodoxen, en zo'n oproep dus geen schijn van kans maakt, behalve bij degenen die wankelen in het geloof, de lauwen, de weifelmoedigen, die Paulus een gruwel zijn.

Sterker, hij loopt kans in de Kamer op zijn donder te krijgen van Van der Staaij, de voorman van de SGP, wegens het zich bemoeien met geloofszaken. Dat mag alleen als bijvoorbeeld de abortuswetgeving, de vrijheid van onderwijs (een "groot goed"), de godslastering of de zondagsheiliging ter sprake komt. Maar genoeg hierover.

Het valt me steeds meer op, dat godsdienstige opinieleiders de moraal claimen: zij die niet in God geloven hebben geen moraal, bij hen zijn de remmen los. Het enige wat je hoeft te doen is in de God van hun geloof geloven en volgens Zijn richtlijnen leven, doe je dat niet, dan heb je geen moraal, of is het zoeken naar een moraal bijna onmogelijk, integendeel, je stelt je bloot aan allerlei immorele verleidingen zoals buitenechtelijke seks, overmatig drankgebruik, vloeken, enzovoort. Deze moraalridders in dienst van God werpen verre van zich dat moraal een menselijke eigenschap zou zijn, die inherent is aan de soort "homo sapiens", en die overal, in alle culturen, een grote rol speelt in het reguleren van de samenleving en de groepen binnen de samenleving.

Nee, werpen zij tegen, kijk naar niet-christelijke culturen, waar barbaarse gebruiken heersen zoals het brengen van mensen-offers (de Inca's), het voor de leeuwen gooien en martelen (oude Romeinen), het meeverbranden van een weduwe op de brandstapel van de overleden man (hindoe's), om maar niet te spreken van de "primitieve volkeren", en de eerwraak. Daaraan, zo leerden wij op school, heeft het christendom een einde gemaakt. Nou ja, er was een Spaanse inquisitie, er was een massamoord op de ketterse Catharen in Zuid-Frankrijk (wisten jullie trouwens dat daar het woord "ketter" vandaan komt?), kinderen van ongehuwde moeders waren eigenlijk weeskinderen, in het algemeen zijn we toch netjes met elkaar omgegaan. Eerwraak kennen we niet, wel uitstoting uit de kerk, zijn wij niet veel deugdzamer? En dat komt allemaal door de genade des Heren, door het geloof, door de Tien Geboden, en het volgen van de leefregels van Christus en Paulus.

Niettemin meen ik dat de moraliteit van alle tijden is, ook van de indianen, de Germanen, de oude Romeinen, de Japanners, de Javanen, de Papoea's enzovoort. Wij als christenen van de vijftiger jaren meenden dat de missionarissen en zendelingen echt de "blijde boodschap" verkondigden. Maar daar moesten ze vaak wel wat voor meebrengen: scholen voor de kinderen, voedselprogramma's, lessen in moderne landbouw, ziekenzorg en medicijnen. Toch is de moorddadigheid onder veel andere culturen groter dan bij ons, men lijkt ook wreder ten opzichte van elkaar. Zie de eerwraak, de vrouwen-onderdrukking, en enkele andere barbaarsheden zoals bijvoorbeeld wrede initiatie-riten. Ik denk echt, dat het christendom hier verzachtend heeft gewerkt (ik heb het niet over godsdienst-oorlogen, maar over waarden en normen in het dagelijks leven). Zelfs heeft het christendom als het ware de poten onder de eigen stoel vandaan gezaagd door in de maatschappij "de rede" de kans te geven om zich tot wetenschapsbeoefening en filosofie, tot vrijheid van denken en meningsuiting te ontwikkelen, reeds vanaf de Renaissance. Deze laatste zie ik als typisch westerse waarden, juist door de moraal die belangrijke denkers bij de oude Grieken al "predikten". Ook de Arabische cultuur heeft hiertoe bijgedragen.

De tien geboden zin we terug in alle culturen, die geboden die te maken hebben met het eerbiedigen van de ene God, zin we elders terug in het eerbiedigen van de God of godheden uit die cultuur. Deze geboden zijn een soort wetten, en de culturen verschillen in de methoden waarop die wetten worden gehandhaafd. In het algemeen kun je stellen, dat hoe moeilijker en armoediger de leefomstandigheden in een cultuur zijn, hoe strenger en wreder de straffen bij overtreding van een gebod. Die leefomstandigheden worden bepaald door twee factoren: de natuurlijke omgeving (woestijn, vruchtbaar land, klimaat, gemakkelijke of juist moeilijke beschikbaarheid van voedselbronnen e.d.) en de machtsuitoefening over de mensen in een cultuur: autocratisch, meedogenloos, dictatoriaal tegenover democratisch, welwillend, aanmoedigend. De twee factoren staan min of meer onafhankelijk van elkaar. In een welvarende cultuur kunnen autocratische régimes heersen (waardoor de leefomstandigheden van gewone mensen weer moeilijker worden omdat zij steeds moeten oppassen voor de willekeur van het régime), in een arme cultuur kan een vrij democratische manier van gebods-handhaving heersen (waardoor mensen toch op hun tellen moeten passen, omdat de zware leefomstandigheden strenge normen eisen om de groep (familie, dorp, clan) te laten overleven. Ik zou van deze cultuurvormen verschillende voorbeelden kunnen noemen, maar dat voert te ver. In het algemeen: hoe moeilijker de leefomstandigheden, hoe wreder en "onredelijker" de straffen. Daarom is het onmogelijk om een democratisch systeem als in de Verenigde Staten te kopiëren in landen als Pakistan en Afghanistan.

In elk geval weten we, dat leefomstandigheden in de Bijbelgordel (vissers op een onberekenbare zee, landbouwers op schrale grond, bewoners van gemakkelijk overstroombaar land) moeilijker waren dan in de rest van het land. Ook in de steden waren eeuwenlang de levensvoorwaarden moeilijk en zwaar voor de gewone man, vergeleken met de onvoorstelbare rijkdom van kooplieden en  regenten. Later werd de stad juist een centrum voor allerlei activiteiten en werk ook voor de kleine man, terwijl de dorpen langs de kust en op het schrale platteland traditioneel bleven.

In het christelijke westen kennen we nu zowel democratie als grote welvaart, onze moraal zegt dat we redelijke straffen voor wat we in redelijkheid als misdaden en overtredingen zien, moeten geven. Maar neem bijvoorbeeld de moraal van de Romeinen uit de keizertijd. Zij hadden een totaal andere godsdienst dan het christendom, ze aanbaden vele goden, en die goden gedroegen zich onder elkaar en ten opzichte van de mensen precies zoals mensen onder elkaar doen. Daar zaten ze niet mee, ze hadden geen behoefte aan een enkele God die almachtig was, ook al preekte Paulus nog zo hard. Ons jongetjes op de Rooms-katholieke school werd gezegd dat die heidense godsdienst totaal  inferieur was aan het christendom, het was gewoon dom bijgeloof. Hoewel, aan de andere kant, figureerden ze wel in prachtige epossen en mythen die het toppunt waren van dichterlijke kunst. In diezelfde epossen en mythen werden, u raadt het al, dezelfde morele normen gepredikt die het christendom ook predikt. Je mag niet liegen (tenzij om bestwil), je mag niet stelen (tenzij je doodgaat van de honger), wees gastvrij, echtbreek niet (tenzij de minnaar een godheid is, zie ook de tweestrijd van Jozef toen die hoorde dat Maria zwanger was, maar niet van hem), eert uw vader en uw moeder, wees niet jaloers (hoewel sommige goden jaloers waren, zie ook Jahweh die van zichzelf zei dat Hij een jaloerse God was).

Het enige waarin de Romeinse moraal zich onderscheidt van de christelijke, is de enorme wreedheid. De keizer was bijna almachtig, en aan de top van het Rijk woedde een voortdurende strijd, compleet met intriges, moorden, verleidingen enz. Julius Caesar zorgde voor een humaner intermezzo, hij werd dan ook verraderlijk vermoord. Caesar was aan de top gekomen doordat hij vergevingsgezind was ten opzichte van sommige overwonnen stammen en volken (namelijk die hij van strategisch belang achtte voor de handhaving van zijn positie), en ook het volk van Rome voor zich won met weldaden en ook in onze ogen redelijke wetten. Zijn dood en de avond vóór zijn dood vertonen veel overeenkomsten met Christus' dood, sommigen menen dan ook dat hij model heeft gestaan voor de levensbeschrijving van Jezus, zelfs het Onzevader zou op hem zijn geïnspireerd (Caesar's wetgeving op het gebied van vereffening van schulden). Hij heeft ook dezelfde initialen als Jezus Christus.

Het begrip "deugd" hebben we ook van de Romeinen. In het Latijn is dat "virtus". Het voor-christelijke "virtus" komen we nog tegen in het Italiaanse "virtú", dat door Machiavelli nader is uitgewerkt. Het Italiaanse begrip betekent een combinatie van heldhaftige onverschrokkenheid en vergevingsgezinde rechtvaardigheid, precies de eigenschappen die Julius Caesar groot maakten. En, zeg eerlijk, ook bij Jezus Christus, zij het dat de heldhaftige onverschrokkenheid bij Christus bestond uit de verachting van valse vroomheid en het tarten van huichelachtige machthebbers (die deze virtú helemaal niet bezaten, maar slechts marionetten waren van Rome of zich alleen lieten voorstaan op diepgaande kennis van de Heilige Schrift).

Het mooie is nu, dat we iets van deze virtú ook tegenkomen in de mentaliteit van de orthodoxe christenen die weigeren hun kind te laten inenten, en bij Paulus en andere christelijke martelaren. Helaas echter missen zij het charisma, of de overtuigingskracht, die ook Machiavelli  voor echte "virtú" noodzakelijk achtte, en sommige van hun woordvoerders beklagen zich daarover. Zij missen deze overtuigingskracht, omdat hun argumenten niet aanslaan in een omgeving die, zoals Rutte zegt, een inenting of een verzekering eveneens als een Godsgeschenk ziet, een mogelijkheid door God aan de mensen gegeven om hun gezondheid te bevorderen of een ramp als een brand het hoofd te bieden.

In nog een of twee artikelen hoop ik deze universaliteit van de moraal, en hoe deze zich voegt in de evolutietheorie, nader toe te lichten.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten