woensdag 27 maart 2013

Het is zover.


's Avonds bij Pauw en Witteman wordt de voorzitter van de commissie ter voorbereiding van de republiek, Alexander Pechtold, ondervraagd.

Witteman: meneer Pechtold, kunt u om de geheugens van de kijkers op te frissen, kort aangeven hoe we met z'n allen ineens van oranje boven naar leve de republiek zijn gekomen?

Pechtold: Zoals u weet, was het de familie Van Oranje zelf die hiertoe het initiatief heeft genomen. Willem-Alexander had al vóór zijn troonsbestijging gezegd, dat hij het niet eens was met een ceremonieel koningschap, dus met een koning die geen lid was van de regering. Er is destijds op zijn dringend verzoek een parlementaire commissie gevormd, die onderzoek moest doen naar de betekenis van de monarchie voor Nederland. U weet hoeveel deining dat teweeg heeft gebracht: alleen al dat hier onderzoek naar gedaan zou moeten worden, was voldoende om oranje demonstraties te gaan houden op de Dam en het Malieveld. In veel gemeenten organiseerden ook de oranjeverenigingen oranje optochten, met wisselend succes. Maar ook veel republikeinse tegen-demonstraties en publicaties. Willem-Alexander heeft toen gezegd dat zijn familie geen onderwerp wilde zijn van maatschappelijke onrust al tijdens het onderzoek, en ceremonieel erfstadhouder wilde worden. Hij kon dan ook zijn militaire functies weer oppakken, en Nederland kon zichzelf republiek noemen. Daarmee liep hij vooruit op de uitkomsten van het parlementair onderzoek.

Witteman: een soort degradatie dus? Waarom wel stadhouder en geen koning?

Pechtold: het ambt van stadhouder stamt nog uit de tijd van koning Philips II. De stadhouder was een plaatsvervanger van de Spaanse koning in de Nederlanden. Dus een stadhouder gaat veel dieper de geschiedenis in dan een koning, die in ons land iets kunstmatigs heeft, want koning Willem I heeft zichzelf tot koning uitgeroepen en is nooit echt gekroond, maar ingehuldigd, want kronen kan alleen als je vader ook koning was, of als je Napoleon heet.

Witteman: maar we hebben nu toch niets meer met Spanje?

Pechtold: later in de tijd van de republiek zijn de Oranjes zichzelf stadhouder blijven noemen. Maurits en zijn opvolgers waren eerzuchtige lieden, die denk ik graag koning hadden willen worden, maar ze kregen teveel tegenwerking van de Staten-Generaal en Amsterdam. Oldenbarneveldt en de gebroeders De Witt zijn door of door toedoen van de Oranjes terechtgesteld en gelyncht, de stadhouders waren legeraanvoerders, dat was hun specialiteit, maar het leger werd betaald door de Staten en door Amsterdam, de rijkste stad. Ik ben geen historicus, maar het zou kunnen dat  ook de vorsten in Europa niet zaten te springen om een Nederlandse koning erbij. Dat deden ze pas na de nederlaag van Napoleon, om een tegenwicht aan de noordgrens van Frankrijk te hebben voor als Frankrijk weer onverhoopt uitbreidingsplannen mocht krijgen.

Pauw: kunt u kort weergeven wat de voornaamste bevindingen waren van het parlementaire onderzoek?

Pechtold: het voornaamste punt was, dat Oranje een soort familieband had met de meeste Nederlanders. Veel oranje-fans zien deze familie als een soort verlengstuk van hun eigen familie. Het is psychologisch. De commissie heeft talrijke misstappen gevonden van de leden van de familie, maar dat verminderde hun populariteit niet. Wilhelmina was een groot symbool tijdens de tweede wereldoorlog. Willem III was als persoon vreselijk opvliegend en impopulair bij zijn naaste medewerkers en leden van de regering, maar onder het volk bleef hij gewoon een populaire koning die je kon toejuichen en waarom je feesten kon houden. Je kunt ook zeggen dat Oranje een soort bliksemafleider was voor maatschappelijke onrust. Toen Troelstra dreigde met revolutie, werd het kanon Oranje in stelling gebracht en Troelstra zag in dat zijn achterban hiervoor bezweek. Het is allemaal gevoel en identiteit. De commissie constateerde  verder, en nu komt het voornaamste: een erfelijk koningschap aan het hoofd van een regering, zoals het omschreven is in de huidige grondwet, is intern strijdig met diezelfde grondwet op verschillende punten. En dan gaat het vooral om gelijkheid van alle burgers voor de wet, belastingwetgeving en de idee dat burgers hun bestuur moeten kunnen kiezen. Ook het monddood maken van de koning zelf door de ministeriële verantwoordelijkheid klopt niet volgens diezelfde grondwet. Deze strijdigheid speelt slechts een minieme rol in de Oranje-beleving van de burgers zelf. Er is dus geen reden om ze te laten voortbestaan.

Witteman: Maar toen de grondwetten werden opgesteld in het verleden, had men dat toen niet in de gaten?

Pechtold: Wat de meeste mensen niet zien, of niet willen zien, is dat de grondwettelijke vrijheden en beginselen van democratie uit-onderhandeld zijn met de Oranjes, die zelf geen enkele stap deden in de richting van gelijkberechtiging, of iets dergelijks, maar in principe zoveel mogelijk macht bij de koning wilden houden. Ministers moesten de koning steeds voorhouden, dat als hij niet toegaf, dat dan het koningschap zelf in gevaar zou komen door oorzaken buiten de macht van de regering om, bijvoorbeeld door de revolutiegolf in Europa in 1848. Bij revolutie konden ook de aanzienlijke privé-bezittingen van de koning in gevaar komen. Willem I begon daarvóór een oorlogje tegen België, hoewel de hele regering hem dat sterk afried, want België had de steun van Frankrijk.Wilhelmina wilde na de oorlog ook een staatshervorming die minder democratisch was dan de parlementaire democratie, maar had al te weinig politieke macht om dat uit te voeren.

Pauw: blijkbaar is dat vasthouden aan de eigen macht nu minder geworden? Beatrix vond het ook al niet erg dat ze buiten de kabinetsformatie was gehouden.

Pechtold: Beatrix laat nooit het achterste van haar tong zien, behalve als ze denkt dat er geen microfoons in de buurt zijn (gelach, Witteman: ja, met dat toneelstukje van de ministers die beëdigd moesten worden). Daar kan ik dus niets over zeggen. Wat je ziet aan de wens van Willem-Alexander, is dat hij enerzijds een veel te energiek en zelfbewust persoon is om op een goede manier een symbolisch koningschap buiten de regering te vervullen, maar anderzijds de Oranje-familie wel een betekenisvolle status wil laten behouden. Daarbij kan hij zelf ook nog genoeg verantwoordelijke activiteiten blijven vervullen, zoals opperbevelhebber der strijdkrachten, lid van sportieve comité's, watermanagement en dergelijke. Het stadhouderschap lijkt me een goed compromis: de Oranjefeesten kunnen blijven doorgaan, en de republikeinen zijn ook tevreden: er komt een door de tweede kamer gekozen president, die staatshoofd is.

Pauw: heeft Willem-Alexander genoeg militaire ervaring om deze generaalsfuncties goed te kunnen uitvoeren?

Pechtold: de commissie stelt voor, maar dat moeten we allemaal nog bespreken in de kamer en met de betrokkene zelf, om de functies titulair te laten zijn. De militairen die in rang direct onder hem staan, voeren in feite de functies uit, zoals het ook geweest was toen hij nog kroonprins was. Hij ontvangt slechts salaris voor één functie, die van opperbevelhebber der landstrijdkrachten, de andere doet hij onbetaald. In elk geval gaat hij net als iedere Nederlander ook gewoon belasting betalen en hij ontvangt nog een salaris als stadhouder. Alle strijdigheden met de grondwet die tussen de Oranje-familie en het landsbestuur en de burgers staan, zullen worden opgeheven.

Witteman: zo, en dan gaan we nu verder met Jan Proenemans, die in zijn eentje een wereldreis wil maken op louter zonne-energie, maar eerst de zap-service.



1 opmerking:

  1. Ik heb dit stukje gelezen na je laatste betoog.
    Dus ik gooi de volgorde een beetje in de war. Het idee om W.Alexander Stadhouder te maken spreekt me wel enorm aan. Dat is eigenlijk helemaal precies iets dat Nederland past. Ja, Als er veranderd moet worden, dan kies ik duidelijk voor een Stadhouder.
    Stadhouder man/ vrouw. Dan hoeven we ook Maxima geen koningin te maken, en hebben we ook geen prinsesjes meer nodig. Ja.. dit klinkt goed.

    blijft over; een verandering van ons kiesstelsel.

    BeantwoordenVerwijderen