donderdag 21 maart 2013

Wat is een atheïst?


Even een opmerking vooraf: god schrijf ik hier met een kleine letter, evenals "hij" of "hem" als ik god bedoel. Dat is niet uit gebrek aan eerbied, maar om uit te drukken dat ik niet in hem geloven kan als persoon met wie ik kan communiceren zoals ik ook communiceer met een mens. Ik laat dus ook in het midden of hij met eerbied en ontzag tegemoet moet worden getreden. Bovendien schrijft het makkelijker. God kan het volgens mij niets schelen, hoe hij tegemoet wordt getreden, hij gaat toch zijn gang wel.

Voor mij moet god waarneembaar zijn, anders kan ik niet in hem geloven. Diezelfde god heeft mij immers voorzien van zintuigen en hersenen, die (als ik ze goed gebruik) mij datgene laten waarnemen wat ik voor mijn bestaan en voor mijn vrede met, en liefde voor anderen nodig heb. Meer heb ik niet nodig, hoewel ik wel kan inzien, dat ik niet alles kan waarnemen: er zijn veel dingen waar ik als mens nooit achter zal komen of begrijpen. Blijkbaar hoeft dat dus ook niet, hoewel we als mensen wel moeten blijven streven naar meer kennis en begrip, want dat streven is inherent aan wat ons brein en onze zintuigen doen. Geloven in een persoonlijke, al dan niet almachtige en/of al-goede god is echter, naast vele andere bezigheden van het brein, geloven in verhalen en symbolen over de werkelijkheid, en niet een "weten" op grond van waarneming, ook al denken veel gelovigen dat hun geloof een weten is. Wanneer zij iets hebben waargenomen dat hen sterkt in hun geloof, bijvoorbeeld een verschijning van een heilige of een wonderbaarlijke genezing, is dat weten natuurlijk ook versterkt, want ze hebben het zelf gezien of meegemaakt. Er zijn echter voldoende voorbeelden van wanen en hallucinaties bekend die mensen krijgen als ze sterk in iets geloven, om deze gevallen als fabulaties te beschouwen. Dat wil zeggen: anderen dan degenen die het hebben meegemaakt of waargenomen, hoeven daarin niet mee te gaan.

Als ik aan god denk, dan zie ik eerst een lege, zwarte ruimte met niets erin. Dat soort ruimtes kom je wel in het heelal tegen, of in een vacuüm waar zich ook geen licht, straling of moleculen bevinden. Helemaal niets dus. Ben ik dan een atheïst? We zullen zien. Wat wordt waargenomen door beroeps-waarnemers (natuurkundigen die onderzoek doen) is namelijk, dat zo'n ruimte in de werkelijkheid onmogelijk is. "Er is altijd wat", om een veel voorkomende verzuchting aan te halen. De natuurkunde, het waarnemingsgebied van de schepping bij uitstek, bevestigt steeds meer de goddelijkheid van de "schepping". Ik zet het woord schepping tussen aanhalingstekens, omdat het impliceert dat er een god is of was die alles wat in de natuur voorkomt, gemaakt zou hebben, buiten die natuur staande, zoals een kunstenaar een kunstwerk maakt. Het verhaal gaat, dat god, anders dan de kunstenaar, geen basismateriaal nodig had of heeft voor zijn schepping, hij hoeft het alleen maar te "denken" en het is er. Dat verhaal kwam er in de achttiende eeuw, toen mensen tot het inzicht kwamen dat een god die een mens uit klei of uit een rib maakte, toch wel erg mythologisch klonk. Maar goed, ik had het over de natuur, die de goddelijkheid van de schepping (laat ik dat woord maar blijven gebruiken) steeds meer bevestigde.

Ik beschouw god namelijk als de eerste, grote oorzaak of reden van alles wat we om ons heen zien. Natuurlijk wordt 70% van onze aandacht in beslag genomen door andere mensen en hun ideeën en gepraat, 20% door menselijke producten en voortbrengselen, en een schamele 10% door niet-menselijke verschijnselen zoals zonlicht, dieren, bomen en bergen. We zien "de natuur" wel, maar besteden er niet zoveel aandacht aan. En als we het doen, dan doen we het met een menselijk referentiekader, door een menselijke bril. Daarom is het voor een projectontwikkelaar zo moeilijk te begrijpen waarom een zeldzame salamander die op "zijn" bouwterrein leeft, volgens de heersende wetgeving.een reden kan zijn om dat bouwproject uit te stellen of zelfs te stoppen. Maar mensen zijn een minuscuul klein stofje in de immense schepping. De aarde waarop we leven, is dat zelfs. Nog even over die lege zwarte ruimte waaraan ik eerst denk, als ik aan god denk. De natuurkunde heeft aangetoond, dat in die ruimte voortdurend ontelbare kleine deeltjes (kleiner dan een atoom) ontstaan en weer verdwijnen, en dat er nergens een ruimte te vinden is waarin dat niet het geval is. Het doet me denken aan een oude spotprent op de microscoop, waardoor je allerlei enge beestjes in schoon helder water kon zien zwemmen.

Dan rijst de vraag: hoe komt dat? Waarom is er niet "niets"?

Verder zien we in de natuur steeds ontwikkeling, zonder dat daar enige aanleiding toe is. Het begint al bij de structuur van het heelal: gaswolken trekken samen tot sterren, die stelsels vormen, waaromheen planeten draaien. Ook veel destructie en vernietiging, maar daarop volgt steeds dat nieuwe proces van stervorming. De zwaartekracht speelt hierin een belangrijke rol. Je vraagt je af hoe het heelal eruit zou hebben gezien als er geen zwaartekracht was, of een veel kleinere of grotere zwaartekracht. Dat kun je je afvragen, maar dat heeft natuurlijk geen enkele zin, want de zwaartekracht is zoals hij is. Net zoals de lichtsnelheid, die bepaalt dat er geen directe communicatie mogelijk is tussen twee objecten in het heelal. Er is altijd een "waarnemingshorizon", een gebied waarachter gebeurtenissen niet waarneembaar zijn, omdat de lichtsnelheid dat niet toelaat. De lichtsnelheid bepaalt het verschil tussen toekomst en verleden. Deze snelheid is 300.000 kilometer per seconde. Waarom geen 200 of 400 duizend? Dat weten we niet.

Uit deze ontwikkeling van natuurlijke bouwstenen, straling en diverse krachten, is uiteindelijk leven ontstaan, en daaruit weer de mens. Heeft het nu zin om deze hele ontwikkeling te zien als een proces met als doel het scheppen van de mens, de kroon op de schepping? Nee, want als je goed waarneemt, zoals Darwin, en je niet laat afleiden door alle doelen en functies die we vooral in levende organismen menen te zien, dan moet je concluderen dat alles en vaker meerdere oorzaken heeft, en geen doelen. De evolutietheorie laat zien, dat wat wij op het eerste gezicht als een "bedoeling" zien, in feite het gevolg is van een hele keten van oorzaken en gevolgen. Vogels bouwen een nest, zeggen wij, met de bedoeling daar eieren in te leggen en jongen groot te brengen. Maar de vogel voelt dat niet als een bedoeling, hij volgt gewoon zijn instinct. Als hij dat gevoel niet had, was de soort waarvan hij lid is, al lang geleden uitgestorven. Dat gevoel kreeg hij in een verleden als gevolg van het feit, dat gevederde soorten die hun eieren in nesten leggen, een grotere overlevingskans hadden dan soorten die dat niet deden. En het bouwen van een nest is weer het gevolg van een proces, zich uitstrekkend over honderdduizenden jaren, van mutaties in de genen van de soort. Wat nu, god heeft een doel met zijn schepping? Als god een mens-achtig wezen was, wat voor doel moet hij daarmee gehad hebben? Zich laten aanbidden door een paar miljard virus-achtige wezentjes op een stofje in het universum? Had god dat nodig? En hij maakte die wezentjes ook nog zondig, zodat ze niet deden wat hij zei. Of hij vond dat ze zich aan hem moesten onderwerpen (alsof ze dat niet al waren) en liet dat opschrijven door een profeet, waarna de gelovigen de opdracht kregen om dit geloof over alle virusjes te verspreiden, zoals ook de bijbel-gelovigen die opdracht kregen.

Op zich genomen zijn het natuurlijk heel mooie verhalen, die prachtige metaforen geven over wat ons mensen boeit en over wat we allemaal moeten lijden, en hoe we dat lijden moeten doorstaan. Maar het zijn geen resultaten van waarneming van waar het in de werkelijkheid om gaat: namelijk de wetten van de natuur, de wetten van oorzaak en gevolg. Niet een openbaring of leer van een grote meester of profeet, maar waarneming en onderzoek leert ons wie god is. God is de eerste oorzaak van de natuur, niet de natuur zelf, maar de eerste oorzaak ervan, want de tijd zorgt ervoor, dat alles oorzaak en gevolg is in de natuur. Goed en kwaad, in godsdiensten zo'n belangrijk onderscheid, dat voor zo vele en intense strijd en conflicten zorgt, goed en kwaad bestaan niet in de natuur, en we moeten inzien dat god goed noch kwaad is of inhoudt. Iets is goed, zegt Spinoza, als je het afmeet aan kriteria, en hetzelfde geldt voor kwaad. Dat afmeten kunnen alleen mensen. Het is ook onzin om te zeggen dat bijvoorbeeld homoseksualiteit tegen de wetten van de natuur is. Het bestaat, dus is het conform de natuurwetten. De natuur "staat toe" dat het er is, en veel mensen vinden het "kwaad" omdat ze het als bedreiging zien van het gezin, dat op zichzelf ook een culturele vorm van samenleven is, georganiseerd rond kinderen krijgen en opvoeden.

In de traditionele godsdienst wordt nu alles wat wij als moreel "goed" ervaren, "goed" genoemd omdat de religie dat voorschrijft. Wie die religie niet aanhangt, kan daarvan afwijken, en bijvoorbeeld als homoseksueel stel gaan samenwonen of trouwen en een kind in  huis nemen door adoptie, donorschap of andere legale wijze. De religie schrijft echter voor, dat god dit niet wil, want in een tweeduizend jaar oud boek staat dat zo. Een gelovige kan zich niet voorstellen dat het gods wil is (stel dat god een wil had, wat we niet weten) om een homo-gezin te laten ontstaan, en toch is dat wel zo. Alles wat gebeurt, is gods wil. Als we willen dat iets niet gebeurt (diefstal, moord, of  zoveel andere dingen die door wetten kunnen worden voorkomen) dan moeten we niet roepen dat god het niet wil (dat weten we niet of we zeggen dat god ook dit heeft gewild) maar dan moeten we het als onze goddelijke opdracht aanvaarden om te zien wat er überhaupt tégen is om het te laten gebeuren. God heeft ons via de evolutie oordeelsvorming meegegeven. Mensen voelen zich het gelukkigst, het meest "senang", als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, die uitvoerig door allerlei psychologen zijn (bv. Maslow) omschreven. De godsdienst die uitgaat van een persoonlijke god die van alles wil, verbiedt en gebiedt en die straft en beloont, die godsdienst gaat ervan uit, dat het god is die wetten uitvaardigt en zegt wat goed en kwaad is, terwijl die god op geen enkele manier waarneembaar is, behalve in verhaalvorm uit een heilig boek dat openbaring wordt genoemd. In veel Islamitische culturen wordt zo gedacht, wat opmerkelijk is, omdat de westerse natuurkunde en wiskunde voor een groot deel schatplichtig is aan Arabische geleerden die in de Middeleeuwen grote faam genoten. In die boeken wordt 80-90% van de moraal aan god toegeschreven, terwijl diezelfde moraal ook uit kennis van de psychologie en vooral van de evolutieleer gehaald kan worden. (Deze laatste zin klinkt als een ernstige ketterse vloek in de oren van een orthodox-gelovige, en zal dat daar ook blijven helaas).

Nog lang vóór er sprake was van een evolutieleer schreef Spinoza een dergelijk godsbegrip op, dat niet uitgaat van schriftelijke openbaring of een persoonlijk-ingrijpende god, in een strikt mathematisch betoog waarin hij ondermeer aantoont, dat wonderen niet bestaan omdat god daarmee tegen zijn eigen natuurwetten in zou gaan. Meteen werd hij een atheïst genoemd en eerst uit de Joodse gemeenschap, en daarna uit de Rooms-Katholieke kerk gestoten. Zo stonden logische redenering enerzijds tegenover romantische en metaforische verhalen anderzijds, en Spinoza koos voor het eerste. Spinoza was absoluut geen atheïst, maar voor veel gelovigen ben je dat al als je de persoonlijkheid, in de zin van mens-achtigheid, van god ontkent. Immers had God niet de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis? Nee, zegt Spinoza, de mens heeft god zo gecreëerd om hem zo beter te kunnen begrijpen. De gelovige zegt dan, dat God of Jahweh de bijbelschrijvers heeft gedicteerd om zich zo aan de mens te openbaren. Spinoza weer: van wie hebt u dat vernomen? Van mensen, niet van god. Enzovoort, want Spinoza heeft breven met een dergelijke inhoud gewisseld met gelovigen uit die tijd, en ook later zijn er voortdurend contacten en briefwisselingen geweest waarin steeds weer dit conflict zich herhaalt. Niemand kon Spinoza weerleggen, zonder op zijn gelovige strepen te gaan staan: het staat in de bijbel, en ik aanbid en vereer God, waar ik mij gelukkig door voel, dus is het zo. Dat is dus ook mijn god, die god van Spinoza. In een volgend artikel meer over wat Spinoza schrijft over goed en kwaad, waar ik in vorige artikelen al wat over geschreven heb. Ik ga niet naar de kerk, maar ik leef mee met vooral wat er gebeurt in de Rooms Katholieke kerk, waar ik wel eens heimwee naar heb vanwege de diep-doordringende sfeer en gezangen, die ik wel in een klooster weer aantrof, maar niet in onze parochiekerk. De heiligheid van de natuurlijke god kan op die manier ook religieuze inspiratie geven. Want doe je het voor god? Nee, je doet dat voor jezelf, om jezelf één te weten met de schepping, met de natuur, en god heeft dat zo gewild, want gods wil is het bestaan zelf. Dat klinkt egoïstisch als je vindt dat je het voor God moet doen, maar dat is alleen egoïstisch als je "iets niet voor God doen" beschouwt als je lusten najagen zonder rekening te houden met anderen, en anderen benadelen omdat je er zelf voordeel van meent te hebben. Sommige mensen doen dat, en dat zij dat doen is ook gods wil, want zo is de soort "mens". Aan anderen de taak om hen daarvan te weerhouden om het evenwicht in de samenleving weer te herstellen. Wat gij niet wilt dat u geschiedt enz.

Nu even antwoord op de vraag in de titel: wat is een atheïst? En dan kom ik ter illustratie even bij de Vrijmetselarij terecht. Als je in Nederland en een aantal andere landen vrijmetselaar wil worden, mag je geen "domme godloochenaar" zijn, zo staat dat in de aloude voorschriften uit 1717 te lezen. Een echte atheïst is een domme godloochenaar, dus Spinoza zeker niet, en ik ook niet. Het is iemand die miskent dat het bestaan, de wereld om hem heen en de natuur een diepere oorzaak heeft en misschien (dat weten we niet)  een doel. Een ruimte waar helemaal niets is dan allen duisternis en verder helemaal niets, zo'n ruimte bestaat niet, dat heeft de natuurkunde uitgewezen. Als je dat niet ziet en je roept alleen maar "god bestaat niet, er is geen god of opperwezen" (ik zou liever zeggen: oorzaak-wezen) zonder dat je dat verder kan toelichten dan alleen met verwijzingen naar de bijbelse of de islamitische god die je dan boos of onverschillig ontkent, dan ben je een domme godloochenaar, een echte atheïst. Ik denk dat wanneer je deze omschrijving hanteert,  veel mensen die zichzelf atheïst noemen omdat ze blij zijn van het kerk-gezeur af te zijn en zich daardoor vrij voelen, in feite geen atheïst zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten