maandag 28 januari 2013

De letter G

Ik ben nu een boekje over Schopenhauer aan het lezen. Als ik al die boeken van de grote filosofen zelf moest lezen werd ik helemaal verward, want de meesten zijn op zoek naar de essentie van het bestaan en de plaats van de mens daarin of daartegenover, en allemaal hebben ze afwijkende conclusies en resultaten. Schopenhauer is sterk beïnvloed door enerzijds Kant (Hegel vond hij een kletskous) en anderzijds Plato en de Indiase upanishads. Ik heb ook de indruk dat hij "das Ding für sich" en "das Ding an sich", het beroemde onderscheid dat Kant maakte, omdraaide. Om tot de objectieve werkelijkheid te komen, dus de werkelijkheid die niet afhankelijk is van onze waarneming, moet men zich losmaken van de Wil. En de Wil is bij hem wat "das Ding an sich" (de werkelijkheid die niet van onze waarneming afhankelijk is) bij Kant is. Ik weet nog niet waarom hij die werkelijkheid "de Wil" noemt, want als er iets subjectiefs is, dan is het wel de wil. Nog maar even verder lezen dus. Ik begrijp nu ook beter waarom Kant niets van Spinoza wilde weten, want Spinoza maakte geen onderscheid tussen een waarneembare werkelijkheid en en niet-waargenomen werkelijkheid. Een steen zoals wij die zien, was voor hem ook buiten zijn waarneming een steen. De mens is toegerust met zintuigen en we kunnen (daarin ben ik het met Spinoza eens)  rustig aannemen, dat wat die zintuigen waarnemen, ook werkelijkheid is. Instrumenten zoals camera's en allerlei natuurkundige proeven hebben dat overduidelijk aangetoond. (uitzonderingen hierop vormen de kosmologie en de kwantumfysica). De verdienste van Kant was echter, dat hij de weg baande voor objectief onderzoek in de wetenschappen met als eindpunt de falsificeerbaarheid: een wetenschappelijke waarneming of conclusie kan nooit "helemaal waar" zijn, maar is alleen maar "geldig", tot een andere waarneming haar omvergooit of verandert. De mensen raakten zich ervan bewust, dat wat zij zelf zagen of waarnamen, nog niet hetzelfde hoefde te zijn als wat anderen zagen, en dat er een werkelijkheid bestond die "an sich" bestond, op zichzelf, zich niets aantrekkend van wat mensen ervan zagen of berekenden.

Nu de letter G. De menselijke wereld staat bol van meningen en overtuigingen, en men blijft discussiëren en vechten over "het Goede". De grootste ruzie krijgen mensen als het gaat om wat zij als de ultieme werkelijkheid zien, en wat je allemaal moet doen en laten om in die ultieme werkelijkheid te passen, die per definitie altijd "Goed" is. Men weet ook, of men voelt aan, dat de mens te gebrekkig is toegerust om zelf kennis te nemen van het Goede, dus men neemt verhalen aan, om het toch grijpbaar te maken voor het verstand. Deze verhalen staan helemaal buiten de dagelijkse leefwereld (de waarneembare werkelijkheid). Maar voor degene die een bepaalde overtuiging is toegedaan over die "Wil" of  "Ding an sich" zijn ze de opperste waarheid, en ze ontlenen een gelukzalig gevoel aan dat bewustzijn. Nu denk ik, dat al die overtuigingen, godsdiensten zeg maar, ontleend zijn aan een evolutionair gegroeide eigenschap van de soort "mens", en dat ze zich allemaal richten op hetzelfde opperste wezen, dat ik aanduid met "de letter G". Dit religieus bewustzijn heeft zich tegelijkertijd ontwikkeld met de menselijke intelligentie, het vermogen zich dingen voor te stellen, planmatig te handelen, een taal te gebruiken en met kunst bezig te zijn. Onder kunst versta ik ook het opstellen en beluisteren van verhalen. De mens stelt ook de vraag: wie ben ik? En wie zijn de andere mensen met wie ik een verhouding heb? Dit zelfbewustzijn, dit redeneren, leidt bijna automatisch tot de vraag "waarom ben ik hier?" en tot de vraag hoe je je het beste kunt handhaven in een wereld van onverklaarbare natuurverschijnselen, ziekten, vijanden en last but not least de dood.

Omdat tot voor kort de mensheid tamelijk geïsoleerd onderverdeeld was in een groot aantal culturen en stamverbanden (het vorstenrijk en de natiestaat ontwikkelden zich pas recent) had elke cultuur, elk stamverband zo haar eigen godsdienstige verhalen en waarheden, die zij natuurlijk geldig vonden voor de hele mensheid. Hieruit onstonden de misverstanden en onrechtvaardigheden die, ondersteund door het Eigen Gelijk van de ene ware godsdienst, de wereldgeschiedenis hebben mede-bepaald.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten